Samenvatting van de klacht
De klacht is gericht tegen een kerstkaart van Partij 18PLUS met de hierna te omschrijven inhoud. Klager stelt, samengevat, dat de bewuste kerstkaart is gedeponeerd in zijn brievenbus, hoewel die voorzien is van een zogenaamde Nee/Nee-sticker. Afzender heeft meegedeeld dat dit is toegestaan. Klager wenst met zijn klacht te vernemen of dit juist is. Bij de klacht legt klager correspondentie met afzender over waarin hij melding maakt van het feit dat de kerstkaart bij hem is bezorgd ondanks dat zijn brievenbus van een Nee/Nee-sticker is voorzien, en waarbij hij meedeelt de kerstkaart niet opnieuw te willen ontvangen.
Samenvatting van het verweer
De Nee/Nee-sticker is niet van toepassing op de kerstkaart omdat deze geen reclame is in de zin van artikel 1 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). De kerstkaart bevat geen directe dan wel indirecte aanprijzing van goederen, diensten of denkbeelden. Indien klager de kerstkaart in de toekomst niet meer wenst te ontvangen, kan hij zijn adresgegevens aan afzender mailen. Daarnaast stelt afzender dat klager om de volgende redenen niet-ontvankelijk is in zijn klacht:
- De klacht is via het online formulier ingediend, maar klager heeft verzuimd een kopie van de uiting bij te voegen. Hij heeft slechts een foto van een gedeelte van de kerstkaart gefotografeerd waarop niet de hele tekst is te lezen.
- De klacht is niet gemotiveerd. Klager zoekt slechts bevestiging van de Reclame Code Commissie of het standpunt van afzender dat de bezorging van de kaart bij een Nee/Nee-sticker is toegestaan juist is. Dit is geen klacht.
- Klager is actief lid en voormalig raadslid van een andere politieke partij. Zijn klacht kan worden gezien als te zijn gedaan in de uitoefening van een bedrijf of beroep.
Het oordeel van de voorzitter
1) Afzender stelt dat klager om diverse redenen niet-ontvankelijk in zijn klacht dient te worden verklaard. Hetgeen afzender ter onderbouwing van deze stelling aanvoert, kan echter niet tot een dergelijk oordeel leiden. Klager heeft bij zijn klacht een foto van de bewuste uiting overgelegd waarop de voor deze zaak relevante teksten duidelijk en compleet leesbaar zijn. Verder blijkt uit de klacht en de overgelegde correspondentie dat klager een klacht wenst in te dienen tegen de bezorging van de kerstkaart in zijn brievenbus. De door hem in de klacht gevraagde informatie betreft in feite het oordeel over zijn klacht. Deze houdt concreet in dat de kerstkaart in strijd met de Code Verspreiding Ongeadresseerd Reclamedrukwerk (Code VOR) is bezorgd omdat de brievenbus van klager is voorzien van een Nee/Nee-sticker. Tot slot kan het feit dat klager actief lid en voormalig raadslid van een andere politieke partij is niet tot het oordeel leiden dat hij niet ontvankelijk in zijn klacht is. Er bestaat ook geen aanleiding om klachtengeld in rekening te brengen, nu het indienen van een klacht door een lid van een politieke partij over een uiting van een andere politieke partij wezenlijk verschilt van een klacht die is ingediend in het belang van een bedrijf of beroep dan wel met het oog op een commercieel belang van een organisatie.
2) Klager is op grond van het voorgaande ontvankelijk in de klacht. Deze betreft een ongeadresseerde ‘kerstkaart’ waarop onder meer staat:
“Beste Ridderkerkers,
Even geen politiek bericht, maar een kerstgedicht.
Een witte kerst als in een droom
met tientallen lichtjes in een boom.
Kerstballen blinken, kerstklokken klinken.
De gezelligste tijd van het jaar,
met dierbaren bij elkaar.
Partij18PLUS wenst iedere Ridderkerker fijne feestdagen en een fantastisch en gezond 2020. Deze dagen zijn niet voor een ieder feestelijk. Gemis en eenzaamheid is overal om ons heen. Een kaartje kan dan een klein gebaar zijn met een grote betekenis.”
3) Afzender, een politieke partij, stelt dat de kaart geen reclame betreft en dat om die reden de verspreiding daarvan niet kan worden getoetst aan de Code VOR. Deze stelling is onjuist. De kaart, die blijkbaar algemeen wordt verspreid, zal bij de ontvanger de naam van afzender in herinnering brengen waardoor de bekendheid met en de belangstelling van het publiek voor (de denkbeelden van) afzender wordt vergroot dan wel in stand wordt gehouden gedurende een periode dat geen verkiezingen plaatsvinden. Dit kan worden beschouwd als herinneringsreclame. Daarbij acht de voorzitter het aannemelijk dat het publiek de kaart als promotionele uiting zal opvatten. Ook indien afzender met de kerstkaart geen andere bedoeling heeft dan een neutrale boodschap te verspreiden, doet dat niet af aan het feit dat de kaart door het voorgaande mede een promotioneel karakter heeft. Door zijn inhoud kan de kaart bovendien bijdragen aan het wekken van een positief beeld over afzender. Zij vestigt in de kaart immers de aandacht op eenzame mensen met kerst en lijkt met de kaart vooral ook deze groep te willen aanspreken (“Een kaartje kan dan een klein gebaar zijn met een grote betekenis”). Op grond van het voorgaande heeft de uiting een indirect aanprijzend karakter met betrekking tot (de denkbeelden van) afzender en moet deze aangemerkt worden als reclame in de zin van artikel 1 NRC in verbinding met artikel 1.1.a Code VOR.
4) Door het aanbrengen van een brievenbussticker geeft de bewoner te kennen dat hij geen ongeadresseerd reclamedrukwerk wenst te ontvangen, ongeacht de aard en de inhoud daarvan. Afzender dient deze wens te respecteren. Ingevolge artikel 3.1 Code VOR dient afzender immers alle maatregelen te treffen die noodzakelijk zijn teneinde de respectering van de op bijlage 1 vermelde stickers te bereiken en voor verdere naleving van de Code VOR. Het slechts na een afzonderlijk verzoek daartoe van een bewoner bereid zijn om ten aanzien van deze bewoner de sticker te respecteren, voldoet niet aan deze eis. Afzender heeft op grond van het voorgaande artikel 3.1 Code VOR overtreden. Tot slot overweegt voorzitter dat voor afzender nog steeds voldoende mogelijkheid bestaat om de folder te verspreiden. Bezorgers kunnen bijvoorbeeld aanbellen bij huizen met een brievenbussticker om te vragen of de bewoner, ondanks deze sticker, toch prijs stelt op een kerstkaart van een politieke partij. Dit is onder de Code VOR toegestaan.
De beslissing van de voorzitter
Op grond van het voorgaande heeft afzender gehandeld in strijd met het bepaalde in artikel 3.1 Code VOR. De voorzitter adviseert afzender om niet meer op een dergelijke wijze reclame te verspreiden.