Samenvatting van de klacht

Klager stelt, samengevat, dat de bewuste reclame-uiting (een flyer van de politieke partij Lijst 30 in verband met verkiezingen) is gedeponeerd in zijn brievenbus, hoewel die voorzien is van een Nee/Nee-sticker.

Samenvatting van de reactie van afzender

Afzender verspreidt zelf geen flyers huis aan huis. Wel kunnen betrokkenen bij de districtleiders flyers ophalen om deze uit te delen. Dit doen zij dan zelfstandig om lijst 30 meer bekendheid te geven. Afzender heeft er altijd op gewezen dat men de Nee/Nee-stickers moet respecteren indien mensen flyers huis aan huis verspreiden. Afzender kan niet controleren of daadwerkelijk een lid of betrokkene namens haar de flyer in de brievenbus van klager heeft gedaan. Afzender zal het voorval doorgeven aan de districtleiders om het nog eens onder de aandacht te brengen.

Het oordeel van de voorzitter

1)  Klager maakt bezwaar tegen het feit dat in zijn brievenbus een flyer is gedeponeerd. Klager woont in Den Haag. In de gemeente Den Haag geldt een specifieke Afvalstoffenverordening die niet in de weg staat aan toepassing van de Code VOR voor zover het betreft een uiting van een politieke partij. Bij dergelijke uitingen kan de Code VOR als complementair worden beschouwd, in deze zin, dat men alsnog voor een opt-out in de vorm van een brievenbussticker kiest in de gevallen waarin de opt-in van de Afvalstoffenverordening niet voorziet (vgl. dossier 2021/00176).

2)  Ingevolge de Code VOR dient ook bij uitingen van een politieke partij in verband met verkiezingen de Nee/Nee-sticker te worden gerespecteerd. Aan deze eis is niet voldaan. Dat afzender niet zelf flyers bezorgt maar dit overlaat aan vrijwilligers, doet daaraan niet af. In die situatie vindt de verspreiding van de flyers plaats onder de verantwoordelijkheid van afzender en kan zij op de onjuiste bezorging worden aangesproken. Dit brengt mee dat afzender heeft gehandeld in strijd met artikel 3.1 Code VOR doordat een flyer in de brievenbus van klager is bezorgd, ook als dit niet de bedoeling was. Nu afzender heeft verklaard dat zij de Code VOR wil naleven en zij de naleving daarvan “nog eens” onder de aandacht van betrokkenen heeft gebracht, zal worden volstaan met afzender, voor zover nog nodig, te adviseren om niet meer op een dergelijke wijze reclame te (doen) verspreiden. De voorzitter beslist daarom als volgt.

De beslissing van de voorzitter

Op grond van het voorgaande heeft afzender gehandeld in strijd met het bepaalde in artikel 3.1 Code VOR. De voorzitter adviseert afzender, voor zover nog nodig, om niet meer op een dergelijke wijze reclame te (doen) verspreiden.