De bestreden reclame-uiting
Het betreft een poster in een bushokje van het Forum voor Democratie waarop staat:
“Hoeveel genders heb jij vandaag?
Stem FVD
16 maart”.
Samenvatting van de klacht
Afzender heeft recht op een eigen mening over dit onderwerp, maar om een kwetsbare minderheid in de samenleving zo denigrerend neer te zetten is smakeloos en intimiderend en iets wat niet thuishoort in het straatbeeld. Er zijn veel jongeren die moeite hebben met hun seksualiteit en nu worden zij elke keer als zij langs het bushokje komen belachelijk gemaakt. De samenleving heeft de plicht om kwetsbare groepen te beschermen tegen dit soort straatintimidatie.
Het oordeel van de voorzitter
1. In de bestreden uiting stelt Forum voor Democratie de vraag “Hoeveel genders heb jij vandaag” en roept op bij de verkiezingen op die partij te stemmen. De uiting is onmiskenbaar politiek van aard. Bij de beoordeling van een uiting van een politieke partij geldt dat men een politieke mening duidelijk mag maken. Daarbij is het toegestaan dit op een eenzijdige wijze te doen om aldus de aandacht te vestigen op het standpunt van de partij.
2. Het is niet aan de (voorzitter van de) Reclame Code Commissie om een politieke partij te verbieden in haar uitingen te refereren aan haar standpunten, ook al worden die niet door iedereen juist bevonden of als onzin gezien, zolang de wijze waarop dat gebeurt binnen de grenzen van het toelaatbare blijft. In verband met het laatste dient te worden beoordeeld of de uiting, voor zover hier van belang, niet in strijd is met formaliteiten, voorwaarden, beperkingen of sancties, die bij de wet zijn voorzien en die in een democratische samenleving noodzakelijk (proportioneel en subsidiair) zijn in het belang van het voorkomen van strafbare feiten, de bescherming van de goede zeden, de bescherming van de goede naam of de rechten van anderen (artikel 10 EVRM). Bijvoorbeeld als een uiting oproept of aanzet tot discriminatie. In dat geval kan de uitingsvrijheid worden beperkt. De voorzitter van de Reclame Code Commissie dient zich bij de beoordeling of tegen deze achtergrond een inbreuk op de vrijheid van meningsuiting in dit geval gerechtvaardigd is, extra terughoudend op te stellen wegens de ruime vrijheid van meningsuiting die geldt bij het verspreiden van een politiek denkbeeld.
3. Naar het oordeel van de voorzitter is de uiting bedoeld om kiezer te informeren over een standpunt van de partij en is het aan de kiezer om te bepalen welke waarde hij/zij toekent aan deze en andere politieke visies. Op grond van het bovenstaande is er geen grondslag om de uiting ontoelaatbaar te achten nu de vrijheid van meningsuiting in dit geval prevaleert. Om die reden wijst de voorzitter de klacht af.
De beslissing van de voorzitter
Gelet op het bovenstaande wijst de voorzitter de klacht af.