De klacht
Het betreft het feit dat klager in verband met de gemeenteraadsverkiezingen een folder van SP heeft ontvangen terwijl op zijn brievenbus een Nee/Ja sticker is geplakt. Dit is volgens klager in strijd met de Code Verspreiding Ongeadresseerd Reclamedrukwerk (Code VOR). Afzender heeft klager desgevraagd meegedeeld dat hij folders deponeert in brievenbussen waarop een Nee/Ja sticker staat, omdat het een ‘huis-aan-huis bezorgde folder’ zou zijn.
Het oordeel van de Commissie
1) De klacht richt zich tegen de verkiezingsfolder van SP, die is verspreid in het kader van de gemeenteraadsverkiezingen van maart 2010. Naar het oordeel van de Commissie moet de gewraakte folder worden aangemerkt als een (ongeadresseerd) reclamedrukwerk in de zin van artikel 1.1 Code VOR, nu daarin de denkbeelden van SP worden aangeprezen. Ingevolge artikel 1 van de Nederlandse Reclame Code (NRC) is de Commissie bevoegd elke openbare aanprijzing van denkbeelden te toetsen aan de Nederlandse Reclame Code, waar de Code VOR deel van uitmaakt. De Commissie kan afzender niet volgen in zijn stelling dat sprake zou zijn van een huis-aan-huisblad.
2) Afzender heeft niet weersproken dat hij verkiezingsfolders heeft gedeponeerd in brievenbussen met een Nee/Ja sticker. Klager heeft door middel van een Nee/Ja sticker als vermeld in bijlage 1 van de Code VOR kenbaar gemaakt dat hij geen ongeadresseerd reclamedrukwerk wil ontvangen. Door ongeadresseerd reclamedrukwerk te (doen) deponeren in de van een Nee/Ja-sticker voorziene brievenbus van klager, heeft afzender artikel 3.1 van de Code VOR overtreden.
De beslissing
Op grond van het voorgaande acht de Commissie de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 3.1 van de Code Verspreiding Ongeadresseerd Reclamedrukwerk. Zij beveelt afzender aan om niet meer op een dergelijke wijze ongeadresseerd drukwerk te (doen) verspreiden.