De bestreden reclame-uiting
Het betreft de folder met de aanhef “Grote schoonmaak” betreffende de Tweede Kamer verkiezingen van 9 juni 2010.
De klacht
De folder moet worden aangemerkt als ongeadresseerd reclamedrukwerk. De folder is in klagers brievenbus gedeponeerd, ondanks het feit dat deze brievenbus is voorzien van een Nee-Ja sticker.
Het oordeel van de Commissie
De folder moet worden aangemerkt als ongeadresseerd reclamedrukwerk in de zin van artikel 1.1 onder d van de Code Verspreiding Ongeadresseerd Reclamedrukwerk (Code VOR); de uiting houdt een aanprijzing in van denkbeelden van de SP en van het lidmaatschap van de SP.
Ervan uitgaande dat klager de folder heeft ontvangen van de lokale afdeling van de SP, heeft de Commissie naast verweerder sub 1, verweerder sub 2 in de gelegenheid gesteld om op de klacht te reageren.
Verweerders hebben niet weersproken dat de folder is gedeponeerd in klagers brievenbus, die is voorzien van een Nee/Ja sticker. De Commissie gaat ervan uit dat het hier een sticker in de zin van de Code VOR betreft. Door op deze wijze ongeadresseerd reclamedrukwerk te (doen) verspreiden, hebben verweerders artikel 3.1 Code VOR overtreden.
Aangezien de Commissie verweerder sub 1 al meermalen heeft aanbevolen om niet meer op een dergelijke wijze ongeadresseerd reclamedrukwerk te (doen) verspreiden, heeft zij besloten deze uitspraak onder de aandacht van een breed publiek te brengen als bedoeld in artikel 17 lid 1 onder h juncto 18 lid 4 van het Reglement betreffende de Reclame Code Commissie en het College van Beroep.
De beslissing
Verweerders hebben gehandeld in strijd met artikel 3.1 Code VOR. De Commissie beveelt verweerders aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken en zal deze beslissing onder de aandacht van een breed publiek brengen.