De bestreden uiting
Het betreft een “ADVERTORIAL” in Autoweek Classics.
Rechts bovenaan staat: “FINDIO VOOR AUTO – ADVERTORIAL”.
In de uiting staat onder meer:
“Spaargeld brengt niet veel meer op, dus beleggen mensen in andere zaken om toch wat rendement uit hun geparkeerde geld te halen. Je kunt je geld ook in een klassieke auto stoppen. (…) Is het verstandig om er geld voor te lenen?”
Vervolgens is, in relatief grote letters vermeld:
“Stijgen alle klassiekers in waarde?”
Hieronder staat:
“Iedereen die een beetje geïnteresseerd is in auto’s ziet wel eens een leuke klassieker of youngtimer voorbijkomen. Misschien verbaas je je soms over de prijzen. Bijvoorbeeld die van de vroege Porsches 911, waar honderdduizenden euro’s voor worden betaald. (…).
Blijven klassiekers populair?
(…) is die tendens van stijgende prijzen ook bij de gewonere klassiekers merkbaar. Of het nu om een Citroën DS (..) of een Volvo 144 gaat, een goed exemplaar behoudt zijn waarde of wordt zelfs meer waard. De vraag is of dat ook zo blijft. Ooit waren antieke meubels en Friese staartklokken razend populair en daardoor ook schreeuwend duur. En nu? Veel van dat oude spul is aan de straatstenen niet meer kwijt te raken. Zal dat met oude auto’s ooit ook zo gaan?
Moet ik mijn geld beleggen in een klassieker of een youngtimer? Dat is op zichzelf niet verkeerd, hoewel je niet de illusie moet hebben er veel geld mee te gaan verdienen. Stap je nu in een auto met een marktconforme prijs, dan is de kans groot dat je er over een jaar of vijf hetzelfde of meer voor terugkrijgt. Mits hij in dezelfde staat verkeert.
Geld lenen voor een klassieker?
En hoe zit het met een lening? Je moet je realiseren dat je daar rente over betaalt, dus de kans is niet erg groot dat je klassieker een groter rendement heeft dan de rente die je betaalt. Het hangt er ook van af hoeveel je leent en hoeveel eigen geld je hebt. Waar je dus wel van kunt uitgaan, is dat de waarde van de klassieker aan het eind van het contract gelijk is of zelfs hoger. Vanuit die optiek heb je veel plezier van je geleende geld. Om nog maar te zwijgen van het plezier dat het rijden in een monument uit een vervlogen tijd je biedt”.
Onder de bestreden advertorial is, onder een streep, een “(advertentie)” van “findio” geplaatst. Daarin staat onder meer:
“Auto financieren? Sluit zelf online je lening af
Ga naar findiovoorauto.nl/aw en bereken je maandtermijn”.
De klacht
De klacht wordt als volgt samengevat.
De claim “Waar je dus wel van kunt uitgaan, is dat de waarde van de klassieker aan het eind van het contract gelijk is of zelfs hoger” is in strijd met de waarheid als bedoeld in artikel 2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). In het betreffende tijdschrift worden maandelijks trends van prijzen van klassiekers beschreven. Deze laten zowel stijgingen als dalingen zien.
Voor het aangaan van een lening is voor de consument bepalend de behoefte aan een lening, afgewogen tegen de daaraan verbonden risico’s. Bovenbedoelde onjuiste mededeling impliceert dat de hoofdsom van een lening door de waarde van de auto gedekt zal blijven. Hierdoor wordt een onjuist beeld van het risico gegeven. Dit kan een gemiddelde consument ertoe brengen een beslissing te nemen (namelijk het aangaan van een lening) die hij anders niet had genomen. Daardoor is de uiting misleidend als bedoeld in artikel 8.2 NRC.
Het verweer
Het verweer wordt als volgt samengevat.
De bestreden uiting, hierna “het artikel”, is aangeduid als “advertorial”, omdat het is geplaatst in combinatie met een advertentie van Findio en de inhoud van het artikel een link heeft met deze advertentie.
Het artikel is geschreven door de redactie van Autoweek. Autoweek heeft als volgt gereageerd op de klacht, aldus verweerder:
“Dat de door klager aangehaalde passage in het artikel ‘stijgen alle klassiekers in waarde?’ misleidend zou zijn wordt door ons betwist. Klager citeert één zin uit het artikel, waardoor de algehele context van het artikel verloren gaat. Het artikel in zijn geheel is veel genuanceerder dan klager hiermee doet voorkomen. Hierin wordt gewaarschuwd dat je er niet van uit moet gaan dat je enorme winst kunt maken door een klassieke auto te kopen en wordt onder meer de vraag gesteld of de huidige waardestijging van klassieke auto’s zal blijven of dat in de toekomst auto’s aan de straatstenen niet meer kwijt zijn te raken. Zonder die vraag te (kunnen) beantwoorden. De gemiddelde lezer wordt daarmee zelf aan het denken gezet en zal de gewraakte passage dan ook kritisch lezen (zoals ook klager dat heeft gedaan). De gemiddelde lezer zal aan deze ene zin dan ook niet de strekking toekennen die klager daar nu aan geeft”.
Gelet op het bovenstaande verzoekt verweerder de Commissie de klacht af te wijzen.
Het oordeel van de Commissie
Voor zover de mededeling bij verweer dat “het artikel” is geschreven door de redactie van Autoweek moet worden opgevat in die zin dat de bestreden uiting geen reclame-uiting in de zin van artikel 1 NRC zou zijn, overweegt de Commissie het volgende.
De onderhavige “ADVERTORIAL” moet worden aangemerkt als een openbare directe aanprijzing van een dienst door de adverteerder Findio of in elk geval ten behoeve van de adverteerder Findio. De Commissie overweegt daartoe dat bovenaan de advertorial is vermeld “FINDIO VOOR AUTO”, dat de advertorial onder meer betrekking heeft op het lenen van geld voor een klassieker en dat Findio, blijkens de advertentie onder de advertorial, de mogelijkheid biedt een auto te financieren.
Over de klacht tegen de mededeling “Waar je dus wel van kunt uitgaan, is dat de waarde van de klassieker aan het eind van het contract gelijk is of zelfs hoger” oordeelt de Commissie als volgt.
Deze mededeling kan gelezen worden als een antwoord op de vraag of het met oude auto’s net zo zal gaan als met antieke meubels of Friese staartklokken. Over die producten wordt gezegd:
“(..) een goed exemplaar behoudt zijn waarde of wordt zelfs meer waard. De vraag is of dat ook zo blijft. Ooit waren antieke meubels en Friese staartklokken razend populair en daardoor ook schreeuwend duur. En nu? Veel van dat oude spul is aan de straatstenen niet meer kwijt te raken.
Vervolgens komt de vraag:
“Zal dat met oude auto’s ooit ook zo gaan?”
De mededeling “Waar je dus wel vanuit kunt gaan is dat is dat de waarde van je klassieker aan het eind van het contract gelijk is of zelfs hoger” kan, zeker door het gebruik van het woord “dus”, worden gelezen als een antwoord op die vraag of het met de waarde van oude auto’s net zo zal gaan als met antieke meubels en Friese staartklokken. Verweerder heeft echter niet aannemelijk gemaakt dat dat antwoord juist is.
Gelet op het bovenstaande acht de Commissie de mededeling “Waar je dus wel van kunt uitgaan, is dat de waarde van de klassieker aan het eind van het contract gelijk is of zelfs hoger” te absoluut, omdat door deze mededeling voor de gemiddelde consument onvoldoende duidelijk is dat rekening moet worden gehouden met het risico dat de waarde van een klassieker op enig moment, dus mogelijk ook gedurende de looptijd van een lening daalt. Gelet hierop acht de Commissie de uiting niet duidelijk als bedoeld in artikel 4:19 lid 2 van de Wet op het financieel toezicht (Wft) en daardoor in strijd met de wet. Artikel 4:19 lid 2 Wft luidt:
“De door een financiële onderneming aan cliënten verstrekte of beschikbaar gestelde informatie, waaronder reclame-uitingen, ter zake van een financieel product, financiële dienst of nevendienst is correct, duidelijk en niet misleidend”.
Gelet op het bovenstaande wordt als volgt beslist.
De beslissing
De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met artikel 2 NRC. Zij beveelt verweerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.