De bestreden reclame-uiting
Het betreft twee video’s (vlogs) van de vlogger op YouTube, te weten:
weekvlog 138,
weekvlog 139.
In de samenvatting van de klacht worden de relevante passages van de vlogs genoemd en deze zullen in het oordeel nader worden omschreven.
Samenvatting van de klacht (inclusief de repliek)
Klager maakt bezwaar tegen de vlogs, omdat daarin volgens hem sprake is van (sluik)reclame voor merkproducten en productplaatsing, zonder dat aan de eisen van artikel 3 van de Reclamecode Social Media & Influencer Marketing (RSM) 2019 is voldaan. Het gaat volgens klager om meer dan 13 verschillende merken, waaronder Laura Mercier en Dior. De vlogger heeft de producten die zij in de vlogs noemt en bespreekt niet zelf aangeschaft. Klager noemt in verband met het voorgaande onder meer de volgende passages van weekvlog 138:
vanaf minuut 1.10 tot minuut 2.10: over het merk Laura Mercier;
vanaf minuut 3.37 tot minuut over het merk Laura Mercier
vanaf minuut 19.15 tot minuut 23.05 over (onder meer) het merk Dior.
Volgens klager is sprake van betaalde samenwerking tussen de vlogger en de merkhouders. Klager verwijst naar Instagramposts waaruit blijkt dat tussen de vlogger en Laura Mercier respectievelijk Dior een betaalde samenwerking bestaat. Klager gaat ervan uit dat dit ook voor de andere in de vlogs genoemde merken geldt. De vlogger had om die reden in de vlogs moeten vermelden: “Ik heb de producten gekregen van merk (…)” respectievelijk “Deze video bevat betaalde samenwerking met merk (…).” Daarnaast acht klager de vlogs op grond van het voorgaande misleidend.
Samenvatting van de reactie van de vlogger (inclusief de dupliek)
In de video’s waarover wordt geklaagd, is geen sprake van reclame en evenmin van een betaalde samenwerking tussen de vlogger en bepaalde merken. Er is geen tegenprestatie ontvangen. Dat de vlogger haar enthousiasme uit over producten die vrijblijvend aan haar zijn toegezonden, is oprecht en brengt niet mee dat reclame ten behoeve van een adverteerder wordt gemaakt.
Er dient onderscheid te worden gemaakt tussen Instagram en YouTube content. Het is niet zo dat als er een (betaalde) campagne plaatsvindt op Instagram, dat dan de vlogger ook betaald krijgt voor YouTube en andersom. Daarnaast zijn er producten die de vlogger ontvangt, waarvoor zij wordt betaald of die zij zelf koopt. Als de vlogger producten toont die zij heeft ontvangen of als het een (betaalde) campagne betreft, zal zij dit altijd duidelijk communiceren in haar content door middel van spraak of hashtags die dit aanduiden.
Samenvatting van de reacties van Laura Mercier en Dior
De vlogger heeft geen vergoeding ontvangen voor het tonen en het bespreken van de producten van deze merkhouders. Er is geen sprake van reclame voor deze producten. Laura Mercier heeft de vlogger wel betaald voor een Instagram reel. De contractuele verhouding was tot die uiting beperkt. Dior sluit zich verder aan bij het verweer van de vlogger.
Het oordeel van de voorzitter
1) Klager stelt dat de vlogs reclame bevatten voor diverse merkproducten waarvoor door de merkhouders is betaald zonder dat aan de eisen van artikel 3 RSM 2019 met betrekking tot de openbaring en de herkenbaarheid van de relevante relatie is voldaan. De vlogger heeft betwist dat het om reclame gaat. Hierbij heeft de discussie zich toegespitst op de in vlog 138 vermelde producten van Christian Dior (merk Dior) en Shiseido (merk Laura Mercier). De merkhouders zijn eveneens in staat gesteld op de klacht te reageren. De voorzitter zal bij de beoordeling de hier genoemde merken en de daarmee samenhangende passages in de vlog met nummer 138 centraal stellen.
2) Met betrekking tot Laura Mercier zegt de vlogger: “Ik heb vandaag trouwens een pakketje binnengekregen van Laura Mercier. En die is heel leuk verpakt. (…) En er zit die nieuwe Honey Shade in. Ik gebruik echt altijd de translucent powder van Laura Mercier. En er is dus een nieuwe kleur uitgekomen. En dat is deze. En die is dus volgens mij iets warmer wat eigenlijk top is voor mijn huid omdat ik altijd die witte gebruik. Dit is echt een mooi tintje.”
Verderop in de uiting zegt de vlogger: “Ik ben voor een samenwerking met Laura Mercier die nieuwe Honey shade, een Instagram reel aan het maken en ik heb echt geen idee hoe het werkt allemaal. Maar ik moet dus in ieder geval een cake bakken.” Terwijl zij dit zegt, houdt de vlogger het genoemde product (de Laura Mercier Honey shade) dicht bij de camera. Hierna is te zien hoe zij een cake bakt.
Met betrekking tot Dior zegt de vlogger (vanaf 20.53): “En een Dior package. Altijd geweldig.” Hierna is te zien hoe zij Dior producten uit een tas pakt, waarbij zij onder meer zegt: “Oeh dit is die favoriete blush. (…) Oeh, mooie herfstige kleuren. (…) Oeh, hier ben ik heel erg blij mee. Dit is mijn favoriete geurkaars. Die is ook zo lekker in de geur zelf (…) Die is alleen te krijgen in de Dior boetiek zelf of in de Bijenkorf. Dit is zo’n lekkere geur. Echt niet normaal”.
3) De pakketten die in de vlog worden besproken, zijn onmiskenbaar met een commercieel doel aan de vlogger verzonden, te weten om via een vlog de aandacht daarop te laten vestigen. Het feit dat in de vlog vervolgens ook uitdrukkelijk aandacht wordt besteed aan de merkproducten, impliceert dat de facto een situatie bestaat die kan worden beschouwd als een vorm van commerciële samenwerking: de vlogger ontvangt de merkproducten en als tegenprestatie besteedt zij aandacht daaraan (vgl. dossier 2020/00252). De vlogger doet dit op een enthousiaste wijze waardoor de uiting een aanprijzend karakter heeft voor de merkproducten. In het onderhavige geval is weliswaar niet gebleken dat er hiervoor door de merkhouders geld is betaald aan de vlogger, maar er is onvermijdelijk sprake van “enig voordeel” in natura, nu de vlogger de pakketten gratis heeft ontvangen en, zoals uit de vlog volgt, de inhoud daarvan mag gebruiken en houden. Hierdoor is sprake van een ‘Relevante Relatie’ in de zin van artikel 3 onder b RSM 2019. Deze relatie is gericht op het (doen) verspreiden van Reclame (de aanprijzing van producten) via Social Media.
4) Hetgeen de vlogger en de merkhouders aanvoeren over het ontbreken van een contractuele afspraak met betrekking tot de vlog alsmede dat de vlogger voor haar bespreking geen vergoeding in geld ontvangt en zij oprecht enthousiast is over de producten, neemt niet weg dat de vlogger producten aanprijst die aan haar zijn verzonden. De pakketten met merkartikelen hebben bovendien enige financiële waarde. Dit gegeven kan de geloofwaardigheid van de door de vlogger in de vlogs gemaakte reclame beïnvloeden. Beoordeeld dient daarom te worden of de ‘Relevante Relatie’ voldoende kenbaar is voor de consument. Als de consument weet dat er voor de vlogger een voordeel staat tegenover het tonen en bespreken van een product in de vlog, kan het dit laatste op waarde schatten. Aan deze eis is met betrekking tot de genoemde merkproducten voldaan. Uit de vlog blijkt duidelijk dat de merkartikelen door de merkhouders op hun initiatief aan de vlogger zijn toegezonden en dus niet door de vlogger zijn gekocht. Daarmee is in dit geval duidelijk dat er een direct verband bestaat tussen het op hun eigen initiatief toezenden van de pakketten door de merkhouders aan de vlogger en het bespreken daarvan door de vlogger die zich blij toont met de producten die zij heeft ontvangen. De gemiddelde consument moet, overeenkomstig artikel 3 onder c RSM 2019, in staat worden geacht te begrijpen dat indien in een dergelijke specifieke situatie de vlogger tijdens een vlog een pakket uitpakt en zich blij verrast en enthousiast toont over hetgeen zij aantreft, reclame wordt gemaakt voor die producten en dat hetgeen de vlogger meedeelt kan zijn beïnvloed door het feit dat zij de producten gratis heeft ontvangen.
5) De hiervoor genoemde gedeeltes van vlog 138 voldoen derhalve aan de eisen van openbaring en herkenbaarheid van reclame en de relevante relatie. Anders dan klager meent, hoeft in de vlog bij de genoemde producten niet specifiek de tekst te worden vermeld: “Ik heb de producten gekregen van merk (.)” of “Deze video bevat betaalde samenwerking met merk (.)”. Deze informatie is in dit geval overbodig, nu de gemiddelde consument uit de mededelingen van de vlogger en de beelden zal begrijpen dat ze de producten gratis heeft gekregen. Dit geldt ook voor de scène van het cake bakken. Duidelijk is dat deze scène verband houdt met de eerdere scène waarin de vlogger het product als cadeau aantreft bij het uitpakken en daar aanprijst. Dat de vlogger voor de uiting op Instagram een afzonderlijke vergoeding in geld ontvangt, dient als zodanig in de uiting op Instagram te worden vermeld, maar doet, gelet op hetgeen onder 4) is vermeld, voor deze vlog niet ter zake. De Instagram uiting maakt ook geen deel uit van de vlog. De voorzitter beslist als volgt.
De beslissing van de voorzitter
Gelet op het bovenstaande wijst de voorzitter de klacht af.