De bestreden reclame-uiting
Het betreft een ogenschijnlijk uitgescheurd krantenartikel met als kop “Pragmatische manager Ruberg maakt het verschil voor Interxion Headquarters B.V.”, met bij het artikel een begeleidend kaartje met het logo van Vodafone en de “handgeschreven” tekst:
“Ik kwam dit artikel van je tegen. Wat leuk en goed van je. Ik bel je snel!
Met vriendelijke groet,
Roy Molenaar”.
De klacht
Het bij de “persoonlijke” notitie van Roy Molenaar van Vodafone gevoegde artikel bevat onjuiste informatie over Interxion en is misleidend. In het artikel wordt ten onrechte gesuggereerd dat werknemers en de CEO van Interxion bepaalde uitspraken hebben gedaan. Klager verzoekt de Commissie deze wijze van adverteren door Vodafone stop te zetten.
Het verweer
De uiting is een aan klanten gezonden gepersonaliseerde direct mail, waarmee Vodafone op ludieke wijze een van haar producten onder de aandacht brengt. Het is de bedoeling dat klanten na de verzending van de direct mail worden gebeld met extra uitleg over het persoonlijke artikel en het product “One Fixed”. Helaas is het niet gelukt klager te benaderen, waardoor Vodafone geen nadere informatie heeft kunnen verstrekken. Het onderhavige artikel is niet in tijdschriften, kranten of online verschenen. Het is een gepersonaliseerd artikel als onderdeel van een direct mail. Er is geen sprake van misleidende reclame.
Het oordeel van de Commissie
Vast is komen te staan dat de onderhavige uiting, bestaande uit een “artikel” en een “aanbiedingskaartje”, bedoeld is als een gepersonaliseerde reclame voor (een van de producten van) Vodafone. De Commissie vat de klacht aldus op dat klager de uiting niet als (zodanige) reclame-uiting voor Vodafone heeft herkend.
Krachtens artikel 11.1 van de Nederlandse Reclame Code (NRC) dient een reclame-uiting duidelijk als zodanig herkenbaar te zijn. Naar het oordeel van de Commissie is dat bij de onderhavige uiting niet het geval. Noch uit het “persoonlijke” begeleidende kaartje noch uit het “echt” uitziende krantenartikel blijkt voor de ontvanger aanstonds dat sprake is van een reclame-uiting. Aan dit oordeel doet niet af dat het adverteerder niet gelukt is om klager – zoals bij deze reclamecampagne de bedoeling is – telefonisch te benaderen en uitleg over de uiting te geven. Een achteraf gegeven uitleg leidt er immers niet toe dat wordt voldaan aan het vereiste dat een reclame-uiting door de ontvanger ervan direct als reclame herkend moet kunnen worden.
Gelet op het vorenstaande wordt als volgt beslist.
De beslissing
De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 11.1 NRC.
Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.