De bestreden reclame-uiting
Het betreft een advertentie in weekkrant Ons Eiland van 29 juli 2010, voor zover het de aanbieding HTC Wildfire betreft. In de uiting staat onder meer:
‘Inclusief onbeperkt internet’
De klacht
Klager is gebleken dat de interactieve internet services Skype en Google Talk niet worden ondersteund door zijn abonnement. Desgevraagd heeft adverteerder hem meegedeeld dat het pas mogelijk is om Skype te gebruiken na omzetting van klagers abonnement van ‘Blox Zorgeloos Internet’ naar ‘Blox Zorgeloos Internet Totaal’. Klager vindt het misleidend dat adverteerder desondanks spreekt van onbeperkt internet.
Het verweer
In de gewraakte advertentie wordt een gsm-toestel in combinatie met een mobiel abonnement van Vodafone aangeboden. Bij dit abonnement kunnen klanten binnen Nederland onbeperkt gebruik maken van internetdiensten zoals deze door Vodafone worden aangeboden. Hieronder vallen onder andere, maar niet uitsluitend, diensten als het ontvangen en versturen van email en het bezoeken van websites. Zogenaamde VOIP-diensten, het voeren van gesprekken over internet, zijn echter uitgesloten bij dit type abonnement. Hetzelfde geldt voor de mogelijkheid om het toestel als modem te gebruiken. Deze bepaling is opgenomen in de Fair Use Policy van Vodafone, evenals in de algemene voorwaarden. Genoemde voorwaarden zijn op verzoek verkrijgbaar bij adverteerders verkooppunten en zijn gepubliceerd op de website van Vodafone. De aanduiding ‘incl. onbeperkt internet’ is overigens een gebruikelijke vermelding in de branche.
Het oordeel van de Commissie
1) In de advertentie wordt een mobiel abonnement aangeboden ‘Inclusief onbeperkt internet’. Gebleken is dat bij dit abonnement VOIP-diensten door de aanbieder zijn uitgesloten. Dit blijkt evenwel niet uit de uiting. Naar het oordeel van de Commissie verdraagt een dergelijke beperking zich niet met de mededeling in de uiting dat er sprake is van onbeperkt internet. Hieraan doet niet af dat adverteerder stelt dat deze voorwaarden (wel) zijn gepubliceerd op de website van de telecom aanbieder of op verzoek verkrijgbaar zijn bij verkooppunten van adverteerder. De uiting zelf had namelijk reeds duidelijkheid moeten verschaffen nu het een belangrijke beperking betreft.
2) Blijkens het voorgaande is sprake van een omissie als bedoeld in artikel 8.3 aanhef en onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de Commissie van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht zou kunnen worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet zou hebben genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
De beslissing
Op grond van het voorgaande acht de Commissie de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.