Omschrijving:Het betreft de advertentie van Cosmétique Active Nederland B.V. voor Vichy Liftactiv Pro [C+], die gestaan heeft in het maandblad OPZIJ van 11 november 2007. |
De klacht Klaagster hebben tegen deze advertentie de volgende bezwaren. a. De uiting is in strijd met artikel 9 van de Nederlandse Reclame Code (NRC/oud), artikel 10 NRC (Nieuw). Er staat in de uiting aan aantal vaktermen en quasi-wetenschappelijke termen, die er slechts op gericht zijn om het publiek in verwarring te brengen. Zo is de omschrijving “Intensief anti-rimpelconcentraat met Fibrocyclamide” voor de leek onbegrijpelijk. Niet alleen de naam van het product, maar ook vaktermen als “collageen”, “elastine”, “test in vitro”, “dubbele vezelactiverende werking”, “effect gemeten in klinische testen onder dermatologisch toezicht” en “serum” zijn erop gericht om het bestaan van niet aanwezige hoedanigheden van het product te suggereren en om een wetenschappelijk imago te creëren. b. Klaagsters twijfelen aan de juistheid van hetgeen in de uiting is gesteld, zoals de mededeling “-23%rimpels na een maand”. De mededeling “na 1 maand worden zelfs de diepste rimpels opgevuld” kan onmogelijk op waarheid berusten en is om die reden in strijd met artikel 8 NRC (oud), artikel 9 NRC (nieuw). c. De mededeling “Ga naar uw apotheek voor advies of naar www.vichy.nl” insinueert dat Vichy Liftactiv Pro een soort medicijn is, waardoor geappelleerd wordt aan gevoelens van angst en bijgelovigheid als bedoeld in artikel 6 NRC. Rimpels zijn geen teken van ziekte maar van een natuurlijke vordering van jaren. Op de website stond geen nieuwe informatie en de twee geraadpleegde apothekers konden geen uitleg geven over de in de advertentie gebruikte termen. |
Het verweer Adverteerder heeft het volgende verweer gevoerd. Ad a. Ad b. Ad c. |
Mondelinge behandeling Partijen hebben hun standpunt gehandhaafd en nader toegelicht. Nadere reactie van klaagsters en adverteerder Klaagsters handhaafden hun standpunt en lichtten dit nader toe. Voortgezette mondelinge behandeling
|
Het oordeel van de Commissie (23 april 2008) Voorts overweegt de Commissie dat bij de aanprijzing van cosmeticaproducten enige overdrijving niet ongebruikelijk is. De gemiddelde consument weet dat en is zich er ook van bewust dat cosmeticaproducten geen wondermiddelen zijn. Dit betekent evenwel niet dat bij de aanprijzing van cosmeticaproducten niet de zorgvuldogheid in acht dient te worden genomen die in het algemeen bij het maken van reclame betracht dient te worden. De Commissie heeft met betrekking tot de verschillende bezwaren het volgende overwogen. Ad a. Ad b. Vervolgens doet adverteerder de “toezegging: -23% rimpels na 1 maand”. Van deze mededeling gaat de suggestie uit dat alle rimpels na 1 maand 23% minder diep zijn, terwijl de afname van 23% het gemiddelde resultaat is, gemeten bij de 37 vrouwen bij wie een meting van het effect van het product heeft plaatsgevonden. Daarbij is verder nog van belang dat dit effect slechts bij een specifieke groep is gemeten, te weten Chinese vrouwen, terwijl ook alleen het effect is gemeten dat het product op kraaienpootjes heeft. Het vorenstaande impliceert dat niet is uitgesloten dat er ook mensen zijn bij wie het product geen effect heeft. Gelet op het vorenstaande acht de Commissie de uiting te absoluut en daardoor misleidend in de zin van artikel 7 NRC (oud). Ad c. |
De beslissing Op grond van het onder ad b overwogene acht de Commissie de advertentie in strijd met artikel 7 van de NRC (oud) en beveelt zij adverteerder aan om voortaan niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken. Voor het overige wijst de Commissie de klacht af. |
Regeling: artikel 7 NRC |
De grieven Deze kunnen als volgt worden samengevat. Uit de overwegingen van de Commissie in onderdeel 8 Ad b. blijkt dat de reclame op drie elementen, al dan niet in samenhang met elkaar, ontoelaatbaar is geacht. Het gaat om de volgende elementen, op elk waarvan zal worden ingegaan. 1. De term “opgevuld” dient in samenhang te worden beschouwd met het testresultaat waaruit blijkt dat de rimpels in de huid met gemiddeld 23% afnemen. Dit effect wordt ook bij de diepste rimpels waargenomen. 2. De zinsnede “de huid wordt onmiddellijk strakker en gladder” is ambtshalve door de Commissie aan de orde gesteld tijdens de voortgezette mondelinge behandeling op 2 april 2008. De redenering van de Commissie, dat van de combinatie van de zinsneden “de huid wordt onmiddellijk strakker” en “na één maand worden zelfs de diepste rimpels opgevuld” de suggestie uitgaat dat, zo de rimpels al niet onmiddellijk verdwijnen, zij toch in ieder geval na één maand zijn opgevuld dus zijn verdwenen, is niet begrijpelijk. Bovendien is de grondslag van de claims in de beoordeling volledig buiten beschouwing gelaten. De door de Commissie gestelde samenhang tussen voornoemde twee zinsneden is niet aanwezig. 3. Het oordeel van de Commissie met betrekking tot deze toezegging bevat vijf elementen (A tot en met E), op elk waarvan hierna zal worden ingegaan, maar eerst merkt appellante het volgende op. Ten aanzien van de verschillende elementen merkt appellante het volgende op. Ad A en B. Ad C. Ad D. Ad E. |
Het antwoord in appel De grieven zijn gemotiveerd weersproken. |
De mondelinge behandeling Partijen hebben hun standpunten mondeling toegelicht.
|
Het oordeel van het College Ten aanzien van de drie elementen, die appellante in de beslissing van de Commissie heeft onderscheiden en de opmerkingen ter zake daarvan van appellante overweegt het College het volgende. Ad 1. Ad 2. Ingevolge artikel 7 lid 2 van het Reglement betreffende de Reclame Code Commissie en het College van Beroep kan de Commissie reclame ook ambtshalve beoordelen. De bestreden beslissing houdt echter niet in dat de Commissie van deze bevoegdheid gebruik heeft gemaakt. De Commissie heeft de klacht tegen de zinsnede “Na 1 maand worden zelfs de diepste rimpels opgevuld” beoordeeld in het licht van de advertentie in haar geheel, waarin ook staat: “De huid wordt onmiddellijk strakker en gladder”. Dat stond haar vrij. Ad 3. Gelet op het bovenstaande wordt als volgt beslist.
|
De beslissing Het College bevestigt de beslissing van de Commissie, voor zover daartegen beroep is ingesteld, met wijziging van gronden. |