De bestreden reclame-uiting
Het betreft een uiting op www.aidulac.nl.
Daarin staat onder het kopje “Spruw, wat nu?” onder meer:
“Pijnlijke tepels, soms na een periode van probleemloos borstvoeding geven, kan een aanwijzing zijn dat er sprake is van spruw. (..)
Spruw of candidiasis is een schimmelinfectie die veroorzaakt wordt door gistachtige schimmels, voornamelijk Candida albicans.
De moeder kan last hebben van jeukende of branderig aanvoelende tepels, branderig gevoel met een glimmende frambooskleurige huid. Bij de baby is spruw te herkennen aan witte plekjes op het slijmvlies in de mond die niet weg te vegen zijn.
(…).
Een minder bekend, en goed werkend middel tegen spruw is gentiaan violet”.
Laatstgenoemde woorden “gentiaan violet” vormen een hyperlink naar productbeschrijvingen van gentiaan violet op www.aidulac.nl/aidulac-shop. Het gaat om de producten “10 ml gentiaan violet 1% in water” en “10 ml gentiaan violet tepelzalf 1% op lanoline basis”.
De klacht
De klacht kan als volgt worden samengevat.
De uiting bevat medische claims. Klaagster acht de uiting in strijd met de artikelen 4, 11 en 13 van de Code Publieksreclame voor Geneesmiddelen 2015 (CPG).
Informatie KOAG/KAG
Reclame voor gentiaan violet kan onder de competentie van de Keuringsraad vallen, afhankelijk van de gebruikte claims. Indien de uiting aan de Keuringsraad was voorgelegd, zou deze niet van een toelating zijn voorzien, om de volgende reden.
Op de pagina met het kopje “Spruw, wat nu?” worden diverse medische claims gebruikt, zoals “jeukende, pijnlijke of branderig aanvoelende tepels” etc. Bij “Een minder bekend, en goed werkend middel tegen spruw” wordt gelinkt naar Gentiaan Violet. Derhalve is sprake van een ongeregistreerd geneesmiddel volgens het aandieningscriterium; door het gebruik van medische claims wordt het product gepositioneerd als een geneesmiddel. Nu voor dit middel geen handelsvergunning is afgegeven, is de uiting in strijd met artikel 84 lid 2 Geneesmiddelenwet en met de CPG.
Het verweer
Adverteerder heeft onder meer het volgende medegedeeld.
De zinsnede in het artikel “Spruw, wat nu?” waar klaagster via de onderhavige klachtenprocedure op heeft gewezen, is verwijderd. Klaagster heeft niet geprobeerd om adverteerder rechtstreeks te benaderen. Adverteerders reactie op een rechtstreekse klacht was identiek geweest, omdat het niet adverteerders bedoeling is om in strijd met wet- en/of regelgeving te handelen.
Het oordeel van de Commissie
De Commissie stelt voorop dat een ieder die van oordeel is dat een reclame in strijd is met de Nederlandse Reclame Code (NRC), een klacht kan indienen bij de Commissie. Noch de NRC noch het Reglement betreffende de Reclame Code Commissie en het College van Beroep biedt grondslag voor de stelling dat klaagster zich in het onderhavige geval eerst rechtstreeks tot adverteerder had moeten wenden.
In de bestreden uiting wordt, met gebruikmaking van een hyperlink, gentiaan violet in verschillende vormen (water en zalf) voorgesteld als “goed werkend middel tegen spruw”, in de uiting aangeduid als “een schimmelinfectie”. Aldus wordt gentiaan violet in elk van de bewuste vormen gepresenteerd als zijnde geschikt voor: het genezen of voorkomen van een ziekte, gebrek of wond bij de mens als bedoeld in artikel 1 lid 1 onder b van de Geneesmiddelenwet. Nu zoals de Keuringsraad KOAG/KAG heeft medegedeeld, voor dit middel geen handelsvergunning is afgegeven, is de uiting in strijd met artikel 84 lid 2 Geneesmiddelenwet en met het op deze wetsbepaling gebaseerde artikel 4 CPG. Artikel 4 CPG luidt:
“Het is verboden reclame te maken voor geneesmiddelen waarvoor de wettelijk vereiste handelsvergunning niet is afgegeven”. Dit betekent dat de klacht op dit punt slaagt.
Klager heeft zich ook beroepen op de artikelen 11 en 13 CPG. Deze (op de Geneesmiddelenwet gebaseerde) artikelen hebben betrekking op reclame voor een geneesmiddel waarvoor de wettelijk vereiste handelsvergunning wel is afgegeven en waarvoor op zichzelf genomen reclame mag worden gemaakt. Nu daarvan geen sprake is acht de Commissie deze bepalingen in dit geval niet van toepassing, zodat de klacht op dit punt faalt.
Gelet op het bovenstaande wordt als volgt beslist.
De beslissing
Op grond van het voorgaande acht de Commissie de reclame-uiting in strijd met artikel 2 NRC en artikel 4 CPG. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.
Voor het overige wijst de Commissie de klacht af.