De klacht

Klager maakt bezwaar tegen het feit dat hij direct mail van afzender heeft ontvangen. Klager stelt dat hij sinds 2010 is ingeschreven in het Post Register van Postfilter ter voorkoming van ongevraagde direct mail. Klager heeft deze inschrijving sindsdien regelmatig verlengd, te weten tot 2020. Desondanks kreeg hij geadresseerde post van afzender. Afzender heeft aan klager meegedeeld dat zij het Postfilter niet wenst te respecteren.

Het verweer

Afzender betwist op grond van het volgende dat zij in strijd met de Nederlandse Reclame Code (NRC) heeft gehandeld. In de gewraakte direct mail staat voorlichting over het belang van voeding, beweging en welzijn na de diagnose kanker. Naast deze voorlichting stelt afzender de ontvanger in de gelegenheid bij te dragen aan de activiteiten van afzender op het gebied van voorlichting, projecten en onderzoek binnen haar doelstelling. Klager heeft laten weten dat hij dergelijke post niet wenst en tevens aangegeven dat de brief niet had mogen worden verstuurd, omdat hij is aangesloten bij Postfilter. Afzender heeft in een e-mail van 5 december 2017 hiervoor excuses aangeboden en aangegeven dat zij zijn adresgegevens per direct heeft verwijderd. Daarnaast heeft afzender kenbaar gemaakt dat zij geen gebruik maakt van Postfilter en dat zij meent daartoe ook niet verplicht te zijn. De Postfiltergegevens zijn niet openbaar. Afzender is geen lid van een branchevereniging en moet dus betalen om toegang te krijgen tot het register. Zij wenst gratis toegang tot alle systemen die adressen corrigeren, overlijden registeren en ook corrigeren op persoonsgegevens van hen die geen op naam gestelde post wensen te ontvangen. Tegen hoge kosten maakt afzender reeds gebruik van enkele van deze systemen waaronder het overledenen register van Postfilter. Daarnaast probeert zij zoveel mogelijk NAW-gegevens te huren van ‘listbrokers’ die beschikken over toegang tot het Postfilterregister. Dat lukt niet altijd. Afzender betreurt het dat Postfilter niet beter naar consumenten duidelijk maakt dat het hier zelfregulering betreft en dat dit inhoudt dat niet alle partijen verplicht zijn het register te gebruiken. Hierdoor ontstaat een soort van schijnveiligheid die niet is waar te maken. Ook het direct doorverwijzen van Post-filter naar Stichting Reclame Code vindt afzender niet op zijn plaats.

Het oordeel van de voorzitter

1)  Afzender maakt bezwaar tegen het ontvangen van een brief waarin afzender melding maakt van resultaten bij door haar gefinancierde projecten en waarin zij meedeelt “onverminderd” door te gaan “met het op gang brengen van vernieuwende projecten en onderzoeken op het gebied van voeding, beweging en welzijn in de kankerzorg”. Afzender verzoekt in de brief, die blijkbaar een standaardbrief is, verder om een donatie. Niet in geschil is dat deze brief direct mail is in de zin van de Code voor het gebruik van Postfilter 2015 (Code Postfilter). Evenmin is in geschil dat klager zich in 2010 heeft afgemeld voor reclame via direct mail door zich in te schrijven in het Nationaal Postregister. Klager heeft deze inschrijving sindsdien steeds verlengd, zoals blijkt uit de door hem overgelegde registratie.

2)  Uit het voorgaande volgt dat klager in strijd met het bepaalde in artikel 5.2 Code Postfilter direct mail van afzender heeft ontvangen. Afzender heeft in een e-mail van 5 december 2017 excuses hiervoor aangeboden en zij stelt de adresgegevens van klager per direct te hebben verwijderd. Anderzijds voert afzender een verweer dat in feite erop neerkomt dat zij niet verplicht zou zijn het Nationaal Postregister te raadplegen. De voorzitter kan dit verweer niet plaatsen. De Code Postfilter bevat een verplichting tot het raadplegen van het Nationaal Postregister en een verbod tot het zenden van direct mail aan personen van wie de gegevens in dat register zijn opgenomen indien geen sprake is van een bestaande klantrelatie. Afzender heeft niet gesteld dat sprake is van een dergelijke relatie. Desgevraagd heeft klager meegedeeld dat hij geen donateur van afzender is en dit ook nooit is geweest. Derhalve doet zich geen uitzondering voor op de toepasselijkheid van de Code Postfilter.

3)  Verder merkt de voorzitter op dat de Code Postfilter verband houdt met de bescherming van privacybelangen. Deze code biedt immers een specifieke mogelijkheid om in een algemeen kader kenbaar te maken dat men zich verzet tegen het gebruik van zijn persoonsgegevens voor het toezenden van direct mail. Het inschrijven in het Nationaal Postregister brengt mee dat niet langer wordt voldaan aan de eis van artikel 8 aanhef en onder a Wet bescherming persoonsgegevens dat de verwerking van persoonsgegevens (in dit geval voor de toezending van direct mail) berust op ondubbelzinnige toestemming van de betrokkene. Uit het feit dat klager sinds 2010 staat ingeschreven in het Nationaal Postregister, volgt dat ten aanzien van hem een dergelijke toestemming ontbreekt en dus de onderhavige verwerking van zijn persoonsgegevens in strijd met de wet is. Afzender had dit kunnen constateren door het Nationaal Postregister te raadplegen danwel had zij van de derde van wie zij de NAW-gegevens heeft verkregen dienen te verlangen dat deze die controle zou doen. Nu afzender dit alles heeft nagelaten, heeft zij tevens in strijd met de wet gehandeld door de onderhavige direct mail aan klager te verzenden. In het bezwaar van klager tegen toezending van de direct mail vindt de voorzitter aanleiding om te oordelen dat afzender tevens in strijd met artikel 2 NRC heeft gehandeld door deze brief aan klager te versturen.

De beslissing van de voorzitter

Op grond van het voorgaande is de voorzitter van oordeel dat afzender heeft gehandeld in strijd met artikel 5.2 Code Postfilter en in strijd met artikel 2 NRC. De voorzitter beveelt afzender aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.