De bestreden reclame-uiting
Het betreft een reclame-uiting voor een ‘Shoppingcruise’ naar Newcastle op de website www.kras.nl
De klacht
De Commissie vat de klacht als volgt samen.
1. De cruise wordt op 4 februari 2010 aangeboden voor de prijs: ‘Vanaf € 59’. In februari en maart is de reis echter niet voor deze prijs te boeken.
2. Uit verschillende aanwijzingen aan boord van het schip gebleken dat het ‘passagiers niet is toegestaan eigen meegenomen etenswaren en dranken in de publieke ruimtes of de cabines te nuttigen’. Dit blijkt niet uit de website. In een vergelijkbare zaak die door de Commissie is behandeld (dossiernummer 2009/00594), heeft adverteerder aangevoerd dat men ‘zelfs eigen meegebrachte eetwaar (zou) kunnen nuttigen’. Gelet op het vorenstaande zijn de Commissie en de passagier hiermee op het verkeerde been gezet.
Gezien het voorgaande acht klager de uiting in strijd met het bepaalde in de artikelen 2 (waarheid), 5, 7, 8 (8.2, 8.2 sub d, 8.3 en 8.3 sub c van de Nederlandse Reclame Code (NRC).
Het verweer
De afzonderlijke bezwaren worden door adverteerder gemotiveerd weersproken. Voor zover van belang voor de beslissing wordt hierop in het oordeel nader ingegaan.
De mondelinge behandeling
Adverteerder licht zijn standpunt nader toe.
Het oordeel van de Commissie
Met betrekking tot de afzonderlijke bezwaren van klager oordeelt de Commissie als volgt.
Ad 1. Adverteerder heeft een uitdraai van de website van 3 maart 2010 en een uitdraai van 15 maart 2010 overgelegd, waaruit blijkt dat de bewuste cruise op verschillende data in maart voor € 59,- was te boeken. Aldus heeft adverteerder naar het oordeel van de Commissie voldoende aannemelijk gemaakt dat de bewuste cruise voor de aangeboden prijs in voldoende mate beschikbaar was. Gelet hierop acht de Commissie deze klacht ongegrond.
Ad 2. In de hiervoor genoemde eerdere uitspraak (2009/00594) heeft de Commissie reeds geoordeeld dat het begrip ‘cruise’ geen vastomlijnd begrip is, in de zin dat hier uitsluitend luxe en geheel verzorgde bootreizen onder zouden vallen. Tegenover klagers stelling dat aan boord werd meegedeeld dat men in de publieke ruimtes en de hutten geen eigen voedsel mocht nuttigen, heeft adverteerder gemotiveerd en onweersproken gesteld dat op dat moment sprake was een tijdelijke noodmaatregel. Dat hierover geen mededeling werd gedaan op de website, kan niet tot het oordeel leiden dat sprake is van misleidende reclame.
Gelet op het bovenstaande acht de Commissie de klacht ook op dit punt ongegrond.
De beslissing van de Reclame Code Commissie van 29 april 2010
De Commissie wijst de klacht af.
Het College van Beroep:
De grieven
Deze kunnen als volgt worden samengevat.
Grief 1
KRAS adverteert met een prijs van € 59,– voor een “Shoppingcruise Newcastle”.
De reis is echter niet voor dit bedrag beschikbaar. Er is sprake van een lokkertje.
Grief 2
De reis wordt aangeboden zonder waarschuwing dat geen eten en drinken mag worden meegenomen. Hierdoor is de reiziger gedwongen gebruik te maken van de horecavoorzieningen aan boord, waardoor de reis ongeveer € 50,– duurder wordt per persoon heen en terug. Mensen met bijzondere voedingsvoorschriften, zoals joden en moslims, worden hierdoor gediscrimineerd. Nu het niet mogelijk is aan boord koosjer en halal eten te kopen, zullen deze mensen 17 uur honger lijden.
Het antwoord in appel
Geïntimeerde verwijst naar het door haar in eerste aanleg gevoerde verweer. Zij stelt dat uit de door haar overgelegde producties blijkt dat de reis beschikbaar was voor de geadverteerde prijs. Voorts stelt zij dat uit het dossier in de zaak met nummer 2010/00206 blijkt dat aan boord van het schip wél eigen meegenomen etenswaren en dranken mogen worden genuttigd. Er is sprake van een onjuiste publicatie aan boord. KRAS heeft de reis ingekocht zonder verplichting voor de passagier om gebruik te maken van de horecavoorzieningen aan boord van het schip.
De mondelinge behandeling
Partijen lichten hun standpunten nader toe.
Appellant legt een foto over waarop hierna zal worden ingegaan.
Het oordeel van het College
1. Grief 1 is gebaseerd op de stelling dat de reis niet beschikbaar was voor het door KRAS geadverteerde bedrag van € 59,–. Appellant heeft een print overgelegd van de website van KRAS met betrekking tot de reizen in de periode van 4 februari 2010 tot en met 31 maart 2010, waarin het laagste tarief € 69,– bedraagt. Volgens KRAS kan aan deze print geen waarde worden toegekend, onder meer omdat niet duidelijk is of deze print de prijzen weergeeft op basis van een boeking voor vier personen. KRAS wijst er in dit verband op dat bij de geadverteerde prijs van € 59,– staat: “p.p. bij 4p.” Ter zitting heeft KRAS voorts gesteld dat men, om de juiste prijzen te kunnen zien, op de website het tabblad dient aan te klikken dat overeenstemt met het aantal reizigers. Uit de print blijkt niet dat appellant heeft gekozen voor het tabblad “pers4”.
2. Appellant heeft in reactie op het voorgaande ter zitting verklaard dat hij (mogelijk) niet laatstbedoeld tabblad heeft aangeklikt. Derhalve is niet duidelijk geworden of de door appellant overgelegde print de prijzen weergeeft op basis van een boeking voor vier personen. Deze prijzen blijken (deels) wel uit de door KRAS overgelegde print van de website met informatie over de onderhavige reis. In deze print staan de vertrekdata van de maand 2010. Uit deze print blijkt dat het in die maand op bepaalde data mogelijk was de reis voor € 59,– boeken op basis van vier personen, hetgeen in beroep nogmaals uitdrukkelijk door KRAS is bevestigd. KRAS heeft aldus naar het oordeel van het College de juistheid van de reclame-uiting voldoende aannemelijk gemaakt. Van een lokkertje is niet gebleken. Grief 1 treft derhalve geen doel.
3. Ten aanzien van grief 2 staat vast dat tijdens de reizen op 23/24 december 2009 en 3/4 januari 2010 aan boord van het schip geen eigen meegebrachte etenswaren en dranken mochten worden genuttigd. KRAS heeft gesteld dat uit correspondentie met de rederij blijkt dat het een tijdelijke noodmaatregel betrof. Appellant heeft deze stelling betwist en heeft daartoe ter zitting een op 2 juni 2010 genomen foto overgelegd van een poster aan boord van het schip, waarop staat vermeld: “Het is passagiers niet toegestaan eigen meegenomen etenswaren en dranken in de publieke ruimtes en of cabines te nuttigen. Aangetroffen etenswaren en dranken worden in beslag genomen.” Volgens appellant blijkt daaruit dat het verbod nog steeds van kracht is.
4. KRAS heeft zich ter zitting gerefereerd aan het oordeel van het College in de zaak met nummer 2010/00206 nu zij op grond van door de rederij gegeven informatie niet beter weet dan dat er geen algemeen verbod in de hiervoor genoemde zin geldt en zij de reis niet heeft in gekocht met de verplichting voor de passagier om gebruik te maken van de horecavoorzieningen aan boord van het schip.
5 Naar het oordeel van het College is het betoog van appellant met betrekking tot de door hem op 2 juni 2010 genomen foto onvoldoende weersproken en gaat het College ervan uit dat het ook nu nog is verboden aan boord van het schip eigen meegenomen etenswaren en dranken te nuttigen. Dat sprake is van een tijdelijke noodmaatregel acht het College derhalve niet geloofwaardig. Evenmin acht het College het op grond van het voorgaande geloofwaardig dat de publicatie aan boord op een misverstand (een onjuiste vertaling) berust, zoals door de rederij is aangevoerd in de zaak met nummer 2010/00206. Dit betoog verhoudt zich overigens niet met het feit dat volgens de rederij sprake was van een noodmaatregel.
Uit het voorgaande volgt dat een passagier noodgedwongen gebruik dient te maken van de horecavoorzieningen aan boord, waardoor hij duurder uit is dan indien hij zijn eigen meegenomen etenswaren en dranken zou hebben mogen nuttigen.
6. Het College is van oordeel dat de informatie over het verbod om aan boord van het schip eigen meegenomen etenswaren en dranken te nuttigen essentiële informatie is die de consument nodig heeft om een geïnformeerd besluit over de transactie te nemen. Door dit verbod is de passagier blijkens het voorgaande duurder uit dan hij op grond van de reclame-uiting kon verwachten. Aldus is sprake van een omissie als bedoeld in artikel 8.3 aanhef en onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is het College van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht zou kunnen worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet zou hebben genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
7. Grief 2 treft derhalve doel, met dien verstande dat geen sprake is van discriminatie nu voormeld verbod voor iedereen zonder enig onderscheid geldt. Dat sommigen door het verbod mogelijk extra hard worden getroffen, kan niet tot het oordeel leiden dat deze personen worden gediscrimineerd.
8. Het voorgaande brengt mee dat als volgt moet worden beslist.
De beslissing
Het College vernietigt de beslissing van de Commissie voor zover het betreft het oordeel met betrekking tot het verbod om aan boord van het schip eigen meegenomen etenswaren en dranken te nuttigen.
Het College acht de reclame-uiting in zoverre in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC en beveelt KRAS aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.
Voor het overige bevestigt het College de beslissing van de Commissie.