De bestreden reclame-uiting
Het betreft een door klager ontvangen flyer. Daarin staat:
“Aan de bewoners van dit adres,
Betreft: ontbijt onderzoek
Mijn naam is (naam) en ik werk als voeding- en ontbijt promotor in uw omgeving. lk begeleid mensen met o.a. het verbeteren van hun voedingsgewoonten.
Het ontbijt is hierin de belangrijkste maaltijd. Het heeft een grote invloed op ons
energieniveau/vitaliteit, snackbehoefte en het kan enorme gevolgen hebben voor uw
gewicht. Het is mede daarom voor ons belangrijk om meer inzicht te krijgen in de huidige
eetgewoonten. Wereldwijd is ons bedrijf daarom bezig met een ontbijtonderzoek. U kunt
mij hierbíj helpen door een korte enquête (ca. 3 min.) in te vullen?
Als dank krijgt u geheel vrijblijvend een ontbijt- en voedingsadvies.
U kunt de enquête invullen op onze website: www.uwontbijt.nl
*Met uw gegevens wordt vertrouwelijk omgegaan en zullen niet voor andere doeleinden worden gebruikt”.
De klacht
De klacht wordt als volgt samengevat.
De in de uiting bij naam genoemde “voeding- en ontbijt promotor” is werkzaam bij Herbalife. Dit zou ook op de flyer moeten staan, aldus klager. De naam Herbalife wordt niet in de flyer genoemd. Klager vindt het ontoelaatbaar dat iemand op de onderhavige wijze een product aan de man probeert te brengen. Naar zijn mening probeert men onder het mom van onderzoek NAW gegevens, waaronder e-mailadressen te verkrijgen.
Het verweer van verweerder sub 2
Het verweer wordt als volgt samengevat.
Van strijd met de Nederlandse Reclame Code (NRC) is geen sprake.
Anders dan in de klacht wordt gesuggereerd, is verweerder niet werkzaam bij Herbalife.
Verweerder is zzp-er en werkt als voedingscoach, waarbij zij met name een gezond ontbijt promoot. Dit is op haar flyer vermeld.
In de flyer wordt de mogelijkheid geboden van een gratis en vrijblijvend voedings- en ontbijtadvies. In dit advies kan Herbalife ter sprake komen, nu verweerder onafhankelijk Herbalife-distributeur is. Verweerder is echter niet verplicht om met Herbalife te werken; zij is er niet in dienst. Daarom meent zij ook dat zij niet verplicht is om “Herbalife” op haar flyer te vermelden.
Het oordeel van de Commissie
Gelet op de onderhavige klacht dient de vraag te worden beantwoord of in de bestreden flyer de naam “Herbalife” zou moeten worden genoemd. Klager meent dat dit zou moeten gebeuren, nu de in de uiting bij naam genoemde “voeding- en ontbijt promotor” (verweerder sub 2) volgens hem werkzaam is bij Herbalife. Verweerder sub 2 vindt bedoelde vermelding niet nodig, nu zij als “onafhankelijk Herbalife-distribiteur” in haar voedings- en ontbijtadvies Herbalife ter sprake kan brengen, maar daartoe niet verplicht is, omdat zij niet bij Herbalife in dienst is.
De Commissie constateert dat in de bestreden uiting staat:
“Het is mede daarom voor ons belangrijk om meer inzicht te krijgen in de huidige eetgewoonten. Wereldwijd is ons bedrijf daarom bezig met een ontbijtonderzoek”. Nu verweerder heeft meegedeeld dat zij “Herbalife-distribiteur” is, acht de Commissie het aannemelijk dat de zinsneden “voor ons belangrijk” en “ons bedrijf” verwijzen naar de onderneming Herbalife. Nu deze naam echter niet in de uiting is vermeld, acht de Commissie deze voor de gemiddelde consument onduidelijk ten aanzien van de hoedanigheid van de adverteerder als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder f NRC. Omdat de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de in van artikel 7 NRC.
Verweerder sub 1 heeft, na meermalen daartoe in de gelegenheid te zijn gesteld, geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om op de klacht te reageren. Meer in het bijzonder heeft hij derhalve niet weersproken dat “Herbalife” in de uiting zou moeten worden vermeld. De Commissie acht verweerder sub 1 mede verantwoordelijk voor de onderhavige overtreding van de NRC, nu in de uiting door het gebruik van de woorden “voor ons” en “ons bedrijf”, naar de Commissie begrijpt, verwezen wordt naar de onderneming van verweerder sub 1, althans naar de onderneming waarvan verweerder sub 1 kennelijk deel uitmaakt.
Gelet op het bovenstaande wordt als volgt beslist.
De beslissing
De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met artikel 7 NRC. Zij beveelt verweerders aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.