De bestreden reclame-uiting
Het betreft een reclamefolder. Daarin worden “Coop runderriblappen” aangeboden, “500 gram” voor € 3,79. Bij dit aanbod staat een afbeelding van lappen vlees in een verpakking.
De klacht
De klacht kan als volgt worden samengevat.
De naam “runderriblappen” is onjuist. Het gaat om hals- of neklappen. Door de naam riblappen te gebruiken, wordt de minste kwaliteit stooflappen geüpgraded. Bijna alle supermarkten in Nederland misleiden de consument door vorenbedoelde naamsverwisseling.
Echte riblappen worden niet meer verkocht als “riblappen”, maar onder de veel duurdere benaming “Ribeye”.
Het verweer
Namens adverteerder is onder meer het volgende meegedeeld.
De stelling dat het gaat om hals- of neklappen is feitelijk onjuist, omdat het vlees van de onderrib betreft. Reeds hierom is de klacht ongegrond. Voor zover de Commissie meent dat moet worden beoordeeld of de benaming “runderriblappen” mag worden gebruikt voor vlees afkomstig van de onderrib, wordt subsidiair het volgende verweer gevoerd.
Het vlees van een rund wordt ontleed in verschillende onderdelen. Adverteerder verwijst naar een afbeelding van het rund in het verweer. Het ribstuk van runderen begint vanaf de hals met daaraan een doorgaande rib, de klaprib, de onderrib, de dikke rib en de fijne rib.
De riblappen waarop de klacht ziet, zijn afkomstig van de onderribben van ossen uit Ierland.
Volgens het Van Dale woordenboek (hierna: Van Dale) is “riblap” een synoniem voor “ribstuk” en is “ribstuk” “vlees aan de ribben van een geslacht dier”. Volgens Van Dale betekent “stooflap” “sudderlap” en is “sudderlap” een stuk vlees dat lang moet sudderen om gaar te worden.
Vooruitlopend op de met ingang van 13 december 2014 toepasselijke Europese verordening 1169/2011 betreffende etikettering van verpakte voedingsmiddelen geldt op grond van artikel 17 lid 1 van deze verordening dat de benaming van het levensmiddel zijn wettelijke benaming is, of wanneer die ontbreekt, zijn gebruikelijke dan wel beschrijvende benaming. Er is geen (wettelijke) regeling op grond waarvan de term “runderriblap” alleen mag worden gebruikt voor vlees, afkomstig van een specifiek gedeelte van het rund. Anders dan door klager worden gesuggereerd, is de term riblap niet voorbehouden aan vlees van de dikke rib.
“Riblap” is de gebruikelijke Nederlandse benaming van consumentenproducten die gesneden worden van de vleesdelen die tegen de (eerste) ribben aan hebben gelegen (de onderrib). Voorbeelden van aanbiedingen van andere supermarkten, waarin ook de term “(runder)riblappen” wordt gebruikt, worden bij het verweer overgelegd.
De woorden “halslap” en “neklap” komen overigens niet voor in Van Dale en zijn geen gebruikelijke termen in consumentenreclame en in de slagersbranche.
Er is geen reden waarom het woord “stooflap” zou moeten worden gebruikt. Een stooflap is een verzamelnaam voor een stuk vlees dat lang moet sudderen om gaar te worden, ongeacht van welk deel van het rund het vlees afkomstig is.
Tot slot geldt dat de kwaliteit van de lappen afkomstig van de onderribben van de Ierse os beter is dan die van riblappen gesneden van de “dikke rib” van bijvoorbeeld een koe. Klagers stelling dat het om de minste kwaliteit stooflappen zou gaan, is dan ook onjuist.
De mondelinge behandeling
Klager heeft onder meer het volgende meegedeeld.
Het bewijsmateriaal waarop adverteerder zicht beroept, is afkomstig van internet. Klager bestrijdt de juistheid van dat materiaal. Klager beroept zich op en toont een afbeelding die wordt gebruikt bij de Nederlandse Slagersbond, welke bond verantwoordelijk is voor het slagersvakonderwijs. Het in de bestreden reclame aangeprezen vlees is afkomstig van de nummers 14 en 15 van die afbeelding. Desgevraagd deelt klager mee dat nummer 14 gelijk is aan nummer 12 (onderrib) in de afbeelding van het rund, opgenomen in het verweer. Naar de mening van klager is vlees afkomstig van “nummer 14” van dien aard, dat gesproken moet worden over “stooflappen” en niet over riblappen. Vlees afkomstig van “nummer 15” betreft gehakt of stooflappen. “Echte riblappen”, zo stelt klager, zijn afkomstig van de dikke rib of de fijne rib. Klager toont foto’s van riblappen, afkomstig van de dikke rib.
Namens adverteerder is onder meer het volgende meegedeeld.
De klacht luidt dat de bestreden reclame hals- of neklappen betreft. Dat is niet het geval. Ter onderbouwing wordt een inkoopnota met betrekking tot “Broodje Iers” getoond. Dit is vlees van de onderrib. Desgevraagd wordt meegedeeld dat de in de reclame bedoelde riblappen moeten worden gestoofd en dat adverteerder in het geheel geen nek- of halslappen verkoopt. Voorts wordt meegedeeld dat de wetgever niets zegt over wanneer gesproken mag worden over “riblappen”.
Ten slotte herhaalt klager zijn stelling dat het in de bestreden uiting aangeprezen vlees afkomstig is van “de nummers 14 en 15 van de afbeelding van de Slagersbond”; het bewuste vlees is -zo stelt klager- “naar nek en hals doorgesneden”. Ter onderbouwing van deze stelling toont klager foto’s van vlees, aangeboden door anderen dan adverteerder (bijvoorbeeld Albert Heijn), van welke anderen ook reclame-uitingen bij het verweer zijn overgelegd.
Het oordeel van de Commissie
Klager heeft gesteld dat de aanduiding “runderriblappen” niet juist is, omdat het zou gaan om hals- of neklappen, althans vlees dat is “doorgesneden” “naar nek en hals”. Ter onderbouwing van deze stelling heeft klager ter vergadering foto’s getoond van vlees, aangeboden door anderen dan adverteerder.
Naar het oordeel van de Commissie is klagers stelling ongegrond. De Commissie overweegt daartoe het volgende.
Adverteerder heeft onder verwijzing naar een inkoopnota betreffende “Broodje Iers” meegedeeld dat het in de advertentie bedoelde vlees afkomstig is van de onderribben van ossen uit Ierland. Klager heeft dit niet, althans onvoldoende gemotiveerd betwist. Voor zover uit de door klager getoonde foto’s van vlees, aangeboden door anderen dan adverteerder, al kan worden opgemaakt dat dat vlees “naar nek en hals” is “doorgesneden”, betekent dat niet dat het door adverteerder aangeprezen vlees ook “naar nek en hals” is “doorgesneden”.
Overigens heeft adverteerder ter vergadering meegedeeld dat zij in het geheel geen nek- of halslappen verkoopt.
Klager heeft voorts gesteld dat vlees van de onderrib niet zou dienen te worden aangeduid als “runderriblappen”. Ook deze stelling kan niet slagen, om de volgende redenen. Ten eerste is niet gebleken van een (wettelijke) regeling op grond waarvan de term runderriblap niet mag worden gebruikt voor vlees afkomstig van de onderrib. Voorts acht de Commissie het aannemelijk dat de gemiddelde consument zal menen dat runderriblappen ook vlees van de onderrib kunnen betreffen.
Gelet op het bovenstaande wordt als volgt beslist.
De beslissing
De Commissie wijst de klacht af.