De bestreden reclame-uiting

Het betreft een flyer in de vorm van een deurhanger, opgehangen aan de voordeur van klaagsters huis. De tekst van de flyer luidt:

“U stemt

toch ook

vandaag

VVD”.

De klacht

De klacht kan als volgt worden samengevat.

De flyer werd ongevraagd aan klaagsters deur gehangen. Door de flyer wordt de indruk gewekt dat klaagsters politieke voorkeur uitgaat naar de VVD. Klaagster wil haar voorkeur voor een politieke partij privé houden en niet ongevraagd geassocieerd worden met de VVD. Klaagster stelt:

“Nu worden we door andere mensen aangesproken over het feit dat ik van de VVD ben, terwijl het juist in Nederland een gemeengoed is om de keuze tijdens de verkiezingen voor jezelf te houden”.

Het stoort klaagster zeer dat haar voordeur ongevraagd als reclamezuil wordt gebruikt en zij vraagt zich af of dit is toegestaan.

Het verweer

Namens adverteerder is -samengevat- het volgende meegedeeld.

De flyer is door VVD Apeldoorn in verschillende straten aan de deuren gehangen. Dit werd elke keer in een hele straat gedaan. Het doel van de flyer was om bewoners er op een ludieke manier aan te herinneren niet te vergeten te gaan stemmen.

De boodschap op de flyer is duidelijk genoeg om misverstanden zoals beschreven in de klacht te voorkomen. Het gaat immers om een hele straat waar de flyer aan de deur hangt, de tekst laat niets aan duidelijkheid te wensen over en het is in Nederland gebruikelijk om het steunen van een politieke partij door “een bewoner” veel groter en zichtbaarder te laten plaatsvinden via een poster achter een raam.

Adverteerder betreurt het dat klaagster de uiting anders heeft ervaren.

Het oordeel van de Commissie

Door de flyer aan de deurpost kan bij voorbijgangers de indruk ontstaan dat de bewoner van het betreffende huis de VVD steunt, dit terwijl de uiting niet van die bewoner afkomstig is, maar door de VVD ongevraagd is aangebracht. Deze wijze van reclame maken acht de Commissie in strijd met het fatsoen als bedoeld in artikel 2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC).

Overigens brengt de uiting (als die niet van de deur wordt afgehaald en door voorbijgangers wordt aangemerkt als een door de VVD aangebrachte uiting) ook het risico mee dat gedacht kan worden dat de bewoner afwezig is, met de gerede kans op inbraak van dien.

Dat de flyer telkens in de hele straat werd opgehangen, maakt het oordeel van de Commissie niet anders; degene die de flyer ziet hangen, hoeft zich daarvan niet bewust te zijn, bijvoorbeeld omdat flyers bij andere huizen reeds verwijderd zijn.

De beslissing

Op grond van het voorgaande acht de Commissie de reclame-uiting in strijd met artikel 2 NRC. Zij adviseert adverteerder voortaan niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.