De bestreden reclame-uitingen
Het betreft de radiocommercials van Wakker Dier met de volgende tekst:
A.
Vrouw 1: “Ja, hij probeerde het nog weg te moffelen, maar ik zag heus wel dat het plofkip was.”
Vrouw 2: “Wàt? Zou zijn vrouw dat weten?”
Voice-over: “Plofkip kan dus echt niet meer. Kijk op wakkerdier.nl.”
B.
Vrouw 1: “Hé, en weet je wie ik laatst zag met plofkip in haar karretje?”
Vrouw 2: “Néé! Echt? En het leek zo’n leuk mens.”
Voice-over: “Precies, plofkip kan dus echt niet meer. Kijk op wakkerdier.nl.”
De klacht
De commercials zijn in strijd met de goede smaak en het fatsoen. Zij zetten aan tot het aantasten van de menselijke waardigheid dan wel tot minderwaardigheid van kopers van plofkip. Door deze reclame wordt aangezet tot haat jegens deze mensen.
Het verweer
Een groot deel van de bevolking keurt de plofkip af. De radiospots zijn er onder meer op gericht om deze mening van consumenten om te zetten in gedragsverandering, door mensen aan te spreken op eigen koopgedrag. Op een luchtige manier wordt overgebracht dat anno 2015 plofkip kopen niet meer de norm is, of zou moeten zijn. Daarbij is gekozen voor een overdreven situatie met zelfspot en overdreven typetjes. Zowel tekst als toonzetting van de reclames maakt duidelijk dat de geschetste roddelsituatie niet letterlijk moet worden opgevat. Er is geen sprake van het ‘aanzetten tot minderwaardigheid’ en zelfs tot ‘haat’.
Het oordeel van de voorzitter
Bij de beantwoording van de vraag of een reclame-uiting in strijd met de goede smaak en/of het fatsoen is, stelt de voorzitter zich terughoudend op, gelet op het subjectieve karakter van deze criteria. Met inachtneming van deze terughoudendheid oordeelt de voorzitter als volgt.
De boodschap van de radiospots dat ‘plofkip echt niet meer kan’ wordt overgebracht door middel van twee vrouwen die op roddelachtige toon het koopgedrag van bekenden bekritiseren. Door de toon en de tekst van het ‘gesprek’ is voldoende duidelijk dat sprake is van een niet serieus bedoelde situatie. Niet kan worden gezegd dat door de radiospots wordt aangezet tot het aantasten van de menselijke waardigheid van of tot haat tegen consumenten die ‘plofkip’ kopen. Naar het oordeel van de voorzitter gaan de spots niet de grenzen van hetgeen naar huidige maatschappelijke opvattingen toelaatbaar moet worden geacht te buiten. De commercials worden daarom niet in strijd met de goede smaak en/of het fatsoen geacht, zodat als volgt wordt beslist.
De beslissing van de voorzitter
De voorzitter wijst de klacht af.