De bestreden reclame-uiting
Het betreft een uiting van Wakker Dier in het kader van haar campagne tegen wrede dodingsmethoden van vissen. Het filmpje toont een stripact in een nachtclub die verstoord wordt door een visser in oliejas die de stripster tegen de grond slaat en haar, zo lijkt het, met een mes van haar ingewanden ontdoet. De payoff luidt: ‘Levend strippen is niet OK. Toch overkomt dit elke dag duizenden vissen. Onverdoofd.’ De commercial is getoond in het programma Shownieuws van SBS6 op 23 juni 2009 rond 23 uur.
De klacht
Klager vindt dat de commercial van Wakker Dier gewelddadig is en zinloos geweld bevat.
Het verweer
Primair meent adverteerder dat klager niet ontvankelijk moet worden verklaard nu de klacht zich aanvankelijk richtte tegen de Partij van de Dieren. Verder zou de klacht moeten worden afgewezen nu deze zich richt tot een uitzending waar niet Wakker Dier maar SBS6 verantwoordelijk voor is.
Subsidiair voert adverteerder het volgende aan. Doel van de campagne is om bij het grote publiek de vrijwel geheel onbekende problematiek van de dodingsmethoden bij vissen onder de aandacht te brengen. Onderdeel van de campagne is het filmpje dat confronterend is en waarin bruut geweld wordt gesuggereerd. Adverteerder stelt dat dit geweld, gegeven doel en achtergrond van de campagne, zonder meer als functioneel moet worden aangemerkt en bestrijdt dat hier sprake is van zinloos geweld. Voorts moet rekening worden gehouden met het feit dat het hier gaat om een bijzonder product, te weten een gedachtegoed, en om een bijzondere situatie, te weten een uiting die door adverteerder alleen op de eigen website is geplaatst. Om die reden is geen sprake van reclame in de traditionele zin van het woord.
Het oordeel van de Commissie
1) Het feit dat klager abusievelijk in de veronderstelling was dat de gewraakte uiting afkomstig was van de Partij voor de Dieren, leidt niet tot niet ontvankelijkheid van klager.
2) Adverteerder stelt dat de bewuste uiting door hem alleen op de eigen website is geplaatst. Waar klager zegt de uiting te hebben gezien op SBS 6, heeft hij kennelijk het oog op de uiting zoals deze door SBS 6 in het programma Shownieuws openbaar is gemaakt. Daar maakte de uiting – waarvan niet is gesteld of gebleken dat deze op verzoek van adverteerder is vertoond – deel uit (was onderdeel) van een redactioneel programma en kan om die reden niet geacht worden een reclame-uiting te zijn in de zin van artikel 1 van de Nederlandse Reclame Code (NRC).
De beslissing
De Commissie wijst de klacht af.