Het bezwaar tegen de voorzittersbeslissing
Dit bezwaar kan als volgt worden samengevat.
De klacht betreft de prijsvermelding van een hotelovernachting met treinreis op de website www.spoordeelwinkel.nl (hierna: SDW). In de bestreden uiting werd bij de prijs in het geheel geen melding gemaakt van toeristenbelasting. Klager meent dat in de prijsvermelding ook de toeristenbelasting opgenomen moet zijn, omdat deze belasting een vaste, onvermijdbare kostenpost betreft. Bij verweer heeft adverteerder (hierna ook: NS) geconcludeerd dat de prijsweergave in de bestreden uiting niet correct is en is meegedeeld dat alle prijsuitingen met betrekking tot hotelaanbiedingen zullen worden aangepast in die zin dat de vermelding “Excl. Toeristenbelasting” wordt toegevoegd.
De voorzitter heeft -samengevat- geoordeeld dat de prijs inclusief toeristenbelasting moet worden vermeld, en dat niet kan worden volstaan met in de uiting te verwijzen naar het feit dat toeristenbelasting verschuldigd is.
Naar aanleiding van de onderhavige klacht heeft NS besloten de prijsuitingen van de treinreis/hotelaanbiedingen aan te vullen met “excl. toeristenbelasting”, gevolgd door het bedrag aan toeristenbelasting per persoon per nacht, en wel om de volgende redenen.
Met het direct onder de prijs vermelden van het bedrag aan toeristenbelasting voldoet NS aan artikel III onder 1 van de Reclamecode Reisaanbiedingen (RR). Daarin is bepaald dat aanbieders in hun reclame correcte en duidelijke prijzen moeten hanteren en dat prijzen moeten worden gepubliceerd inclusief de vaste onvermijdbare kosten die voor de aangeboden diensten moeten worden betaald.
NS wijst op de “Aandachtspunten voor handhaving en prijstransparantie in de reisbranche”, welke punten zouden worden betrokken bij de herziening van de RR, aldus het bewuste document.
Het eerste aandachtspunt is dat de prijs zoals weergegeven in de advertentie de prijs is waarvoor het aanbod geboekt kan worden. De prijzen genoemd op de SDW zijn de prijzen waartegen de aanbiedingen kunnen worden geboekt. Voor die prijzen koopt men een treinkaartje en een hotelovernachting. De toeristenbelasting betaalt de klant vervolgens aan het hotel, dat deze belasting verschuldigd is aan de betreffende gemeente.
Het ICT-systeem van de boekingssystemen van SDW is er niet op ingericht om de toeristenbelasting te innen voor de hotels. Voor zodanige inning moet de SDW haar ICT-systemen aanpassen en de boekhouding (ingrijpend) veranderen. Daarbij komt dat de kosten van implementatie van een ander systeem, gezien het kleine aantal verkochte hotelovernachtingen in de SDW, niet in verhouding staan tot de opbrengsten. Voorts brengt het aanpassen van de prijzen naar een prijs inclusief toeristenbelasting, met als gevolg het moeten innen van die belasting, de SDW ten opzichte van grote partijen die prijzen exclusief toeristenbelasting aanbieden, zoals Booking.com, in een nadelige concurrentiepositie.
Het moeten vermelden en in rekening brengen van toeristenbelasting is ook nadelig voor de klantvriendelijkheid. Bij de receptie van het hotel zou de klant kunnen worden gevraagd de toeristenbelasting te voldoen, met een mogelijke discussie en bewijslast voor de klant als gevolg.
Onderzoek bij de klantenservice van de SDW wijst uit dat er bij de klanten geen onduidelijkheid bestaat over de toeristenbelasting. Zij weten dat deze belasting aan het hotel moet worden betaald.
NS erkent dat de informatie naar aanleiding waarvan de klacht is ingediend onder de maat was (er werd in het in het geheel geen melding gemaakt van toeristenbelasting), maar de prijsvermelding die nu wordt geïmplementeerd, waarbij bij de prijs wordt vermeld dat deze exclusief toeristenbelasting is, gevolgd door het bedrag aan toeristenbelasting per persoon per nacht, voldoet volgens NS aan de (beginselen van) de RR.
Door laatstbedoelde prijsvermelding is NS volledig transparant over de prijs. Het gaat erom dat de consument meteen een totaalbeeld heeft van de kosten. Het is de klant in één oogopslag duidelijk dat in het hotel nog een bedrag aan toeristenbelasting moet worden betaald.
NS verzoekt de Commissie om de beslissing van de voorzitter te vernietigen en de klacht alsnog af te wijzen.
De mondelinge behandeling
Het standpunt van NS is nader toegelicht.
Desgevraagd heeft NS meegedeeld dat ingevolge de wijziging in de prijsvermelding bij de eerste mededeling omtrent de prijs gewezen wordt op de toeristenbelasting. Ter illustratie worden screenshots overgelegd van de prijsvermelding zoals NS die op dit moment aan het implementeren is.
Mr. Speijer deelt onder meer mee dat indien de toeristenbelasting in de prijs zou moeten worden opgenomen, prijzen zouden moeten worden vermeld als bijvoorbeeld € 81,66. In het bestelproces zou vervolgens blijken dat aan NS een ander bedrag moet worden betaald, omdat de toeristenbelasting aan het hotel moet worden afgedragen.
Het oordeel van de Commissie
De Commissie stelt voorop dat zij haar oordeel zal beperken tot het bezwaar tegen de beslissing van de voorzitter, welke beslissing betrekking heeft op de reclame-uiting waarover klager bij e-mail van 24 september 2014 een klacht heeft ingediend, en welke uiting in kopie aan de voorzittersbeslissing is gehecht. De Commissie acht zich niet bevoegd om in het kader van de onderhavige procedure, waarin geen klacht is ingediend tegen een andere reclame, te oordelen over één of meer andere reclame- uitingen dan bovenbedoelde.
De voorzittersbeslissing heeft betrekking op een uiting betreffende een prijs waarbij geen toeristenbelasting is inbegrepen en waarbij pas op enige afstand van de prijs, en wel onder “Voorwaarden” staat:
“Het arrangement is exclusief toeristenbelasting”, zonder dat daarbij het bedrag van die belasting is vermeld.
De Commissie deelt het oordeel van de voorzitter dat deze uiting in strijd is met artikel III onder 1 RR en dat niet kan worden volstaan “met in de uiting te verwijzen naar het feit dat toeristenbelasting verschuldigd is”, welke enkele verwijzing in de bestreden uiting is opgenomen.
Gelet op het bovenstaande wordt als volgt beslist.
De beslissing
De voorzitter bevestigt de beslissing van de voorzitter omtrent de reclame-uiting waarover in de onderhavige procedure een klacht is ingediend. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.
De bestreden reclame-uiting
Het betreft de website www.spoordeelwinkel.nl voor zover hierop in het kader van “weekendje-weg” een treinreis met overnachting in een hotel wordt aangeboden, onder meer in Maastricht voor “€ 49 incl trein pp”.
De klacht
Klager stelt, kort samengevat, dat in de uiting een prijs wordt genoemd voor een hotelverblijf van één nacht, waarbij de toeristenbelasting ten onrechte buiten beschouwing is gebleven. Volgens klager is sprake van een vaste onvermijdbare kostenpost die al bij het aanbieden bekend is en die daarom in de prijs dient te zijn opgenomen.
De reactie van adverteerder
Adverteerder heeft de klacht onderzocht en is tot de conclusie gekomen dat de prijsweergave in de uiting niet correct is. Adverteerder zal binnen afzienbare tijd bij alle “prijsuitingen” voor hotelaanbiedingen de vermelding “Excl. Toeristenbelasting” toevoegen.
Op de reactie van adverteerder zal hierna, voor zoveel nodig, worden ingegaan.
Het oordeel van de voorzitter
Niet in geschil is dat adverteerder bij het vermelden van prijzen voor gecombineerde reis/hotelaanbiedingen de bepalingen van de Reclamecode Reisaanbiedingen (RR) dient na te leven. Ingevolge die code dienen alle op het moment van publicatie bekende vaste onvermijdbare kosten in de prijs zelf te zijn verdisconteerd. Dit geldt ook voor toeristenbelasting indien deze vooraf kan worden berekend. Klager heeft onweersproken gesteld dat dit het geval is. Derhalve had adverteerder de prijzen inclusief toeristenbelasting dienen te publiceren en kan zij niet volstaan met in de uiting te verwijzen naar het feit dat toeristenbelasting verschuldigd is. Nu adverteerder prijzen exclusief toeristenbelasting vermeldt terwijl deze vast en onvermijdbaar zijn en blijkbaar vooraf kunnen worden berekend, heeft zij gehandeld in strijd met het bepaalde onder III lid 1 RR in verbinding met het bepaalde onder IV lid 1 RR aangezien het een uitnodiging tot aankoop betreft. Derhalve wordt beslist als volgt.
De beslissing van de voorzitter
Op grond van het voorgaande acht de voorzitter de reclame-uiting in strijd met het bepaalde onder III lid 1 RR respectievelijk IV lid 1 RR. De voorzitter beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.