De bestreden reclame-uiting
Het betreft een flyer. Daarop staat onder de aanhef:
“IEDER JAAR VINDEN ER
IN NEDERLAND ONGEVEER
30.000
ABORTUSSEN PLAATS” onder meer:
“In de Week van het Leven vragen we aandacht voor de verdrietige realiteit die hier vaak
achter schuilgaat.
Allereerst voor de moeder, want een abortus staat zelden op zichzelf.
Moeders laten het kindje soms ‘weghalen’ onder druk of dwang van de partner of de familie. Of ze zien door geldzorgen of een stukgelopen relatie geen andere uitweg dan abortus. Vaak krijgen zij geen informatie over de hulp en steun die tijdens en na de zwangerschap mogelijk is.
Maar denk ook aan het kindje.
Bij iedere zwangerschap ontstaat nieuw leven en groeit er een uniek mensje. Bij vijf weken zwangerschap is er al een hartslag aanwezig. Na 11 weken zijn alle organen in beginsel gevormd en hoeft het kindje alleen nog maar verder te groeien. Abortus maakt hier een einde aan. Beginnend leven, gebroken in de knop.
Wij willen dat er samen met de moeder wordt gewerkt aan oplossingen die goed zijn voor haar én haar kindje.
Soms lijkt het of hier een taboe op rust. Dat je er niet over mag praten. Maar laten we dat nu eens wel doen! Hoe?
Kijk op weekvanhetleven.nl”.
Bovenvermelde tekst is afgedrukt tegen de achtergrond van een foto van een vrouw, zittend op de grond in een groene omgeving. Zij houdt haar hoofd tussen haar handen, terwijl haar ellebogen op haar knieën rusten.
Onderaan de uiting staat:
“DIT IS EEN BOODSCHAP VAN HET PLATFORM ZORG VOOR LEVEN”
De klacht
De klacht wordt als volgt samengevat.
De uiting ziet er zeer professioneel uit, zodanig dat er verwarring kan ontstaan, in die zin dat de leek denkt dat deze afkomstig is van een overheidsinstantie zoals de GGD.
Verder wordt ten onrechte gesuggereerd dat de abortuszorg en wetgeving in Nederland niet voldoen en dat, in geval een vrouw zich aanmeldt voor een eventuele abortus, zij geen “informatie/steun hulp” krijgt van een kliniek.
Het verweer
Adverteerder heeft de klacht gemotiveerd weersproken, zowel schriftelijk als mondeling ter zitting. Op het verweer zal worden teruggekomen in het oordeel.
Het oordeel van de Commissie
Ter zitting heeft adverteerder allereerst de volgende drie procedurele punten aan de orde gesteld.
1.
Naar haar mening had klager niet-ontvankelijk moeten worden verklaard in zijn klacht, omdat deze volgens adverteerder niet voldoende duidelijk is gemotiveerd.
2.
Gelet op de op het online klachtenformulier ingevulde voorletter en achternaam, het vermelde e-mailadres en de bevinding van adverteerder dat het vermelde adres niet strookt met het ingevulde (vaste) telefoonnummer, betwijfelt adverteerder of klager zijn echte naam heeft gebruikt. Adverteerder heeft er op gewezen dat anoniem klagen niet mogelijk is volgens het Reglement betreffende de Reclame Code Commissie en het College van Beroep (hierna: ‘het Reglement’). Adverteerder vindt daarom dat klager niet-ontvankelijk had moeten worden verklaard in zijn klacht.
3.
Het heeft adverteerder verbaasd dat de onderhavige klacht met spoed in behandeling is genomen. Daarbij heeft zij erop gewezen dat noch klager noch de klagende partij in dossier 2019/00702A (betreffende een soortgelijke klacht) gevraagd heeft om een behandeling met spoed. Adverteerder ontvangt graag een toelichting op deze beslissing.
Naar aanleiding van bovenbedoeld punt 2 heeft de Commissie klager bij e-mail van 21 november 2019 het volgende meegedeeld:
“Ter zitting van vandaag heeft de Reclame Code Commissie bovengenoemd dossier behandeld. Daarbij is namens Platform Zorg voor Leven (hierna: “Platform”) aan de orde gesteld dat uw klacht -samengevat- mogelijk met gebruikmaking van een pseudoniem is ingediend. Platform heeft in dit verband gewezen op de op het online klachtenformulier vermelde naam “(naam)” en het gebruikte e-mailadres (e-mailadres).
Gelet op het bovenstaande verzoekt de Commissie u om haar te berichten of de klacht in het onderhavige dossier onder een pseudoniem is ingediend. Zo ja, dan verneemt de Commissie graag de werkelijke naam van degene die de klacht heeft ingediend. Zo nee, dan verzoekt de Commissie u om, onder overlegging van desbetreffende gegevens, aannemelijk te maken dat de onderhavige klacht afkomstig is van een “Particulier” (zoals vermeld op het online klachtenformulier), die daadwerkelijk de naam “(naam)” draagt.
De Commissie verzoekt u om haar vóór maandag 25 november a.s. 15.00 uur bovenbedoelde informatie te verstrekken.
Afhankelijk van de reactie op deze e-mail zal de Commissie beslissen of de behandeling van het onderhavige dossier inhoudelijk zal worden voortgezet of dat zij “klager niet ontvankelijk” zal “verklaren in zijn klacht”, als bedoeld in artikel 17 lid 1 onder f van het Reglement betreffende de Reclame Code Commissie en het College van Beroep”.
Nu klager niet op bovenbedoelde e-mail van 21 november 2019 heeft gereageerd, komt het de Commissie voor dat de klacht onder een pseudoniem is ingediend. Daarbij heeft de Commissie acht geslagen op de door klager op het klachtenformulier vermelde naam (“B burger”) in samenhang met het vermelde e-mailadres waarin gebruik is gemaakt van de naam “Bezorgde Burger”. In artikel 7 lid 1 van het Reglement staat, voor zover hier van belang:
“Anoniem klagen is niet mogelijk”.
In het online klachtenformulier op de website www.reclamecode.nl is ook vermeld dat het niet mogelijk is “anoniem een klacht in te dienen”, en wel “in het kader van een transparante klachtenprocedure voor zowel de adverteerder als voor de leden van de Commissie en het College van Beroep”. Gesteld wordt verder: “Het is voor een onpartijdig oordeel van de Commissie en het College van Beroep namelijk van belang dat een lid zich kan verschonen indien naar het oordeel van een lid van de Commissie of het College de onpartijdigheid van het oordeel in gevaar komt. Om dit te kunnen beoordelen is het van belang dat een klager zijn daadwerkelijke NAW-gegevens verstrekt. Daarnaast dient een adverteerder te kunnen nagaan in welke hoedanigheid een klacht wordt ingediend (als concurrent, als klant of anders), of de adverteerder zelf de klacht al eens heeft ontvangen van de klager, wat daarmee is gebeurd en of de adverteerder mogelijk en oplossing kan bieden”.
Indien, zoals kennelijk in dit geval is gebeurd, een klacht wordt ingediend onder een pseudoniem, verstrekt de klager niet zijn daadwerkelijke NAW-gegevens en is er sprake van het anoniem indienen van een klacht als bedoeld in artikel 7 lid 1 van het Reglement. Hierin ziet de Commissie aanleiding om klager niet-ontvankelijk verklaren in zijn klacht.
Gelet op het bovenstaande komt de Commissie niet meer toe aan het bespreken van de overige procedurele punten, en wordt als volgt beslist.
De beslissing
De Commissie verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn klacht.