De bestreden reclame-uitingen
Het betreft een weekfolder en de website van EMTÉ telkens voor zover in verband met ‘Natuurvlees’ onder meer werd gezegd: “Beter dan biologisch” en daarbij naar leefomstandigheden van dieren en hun voedsel werd verwezen.
De klacht
Skal Biocontrole stelt, samengevat, dat de leus “Beter dan biologisch” misleidend is en in strijd met artikel 23 van Verordening (EG) 834/2007. Zij voert ter onderbouwing hiervan aan dat deze mededeling de onjuiste schijn wekt dat het natuurvlees in ieder geval voldoet aan kenmerken van biologisch vlees als bedoeld in de verordening. De begeleidende tekst draagt aan die onjuiste indruk bij. Doordat hier staat dat de runderen gevarieerd eten, veel bewegen, langer leven, en de leefomstandigheden en het voedsel worden gecontroleerd, wordt verwezen naar de kenmerken van biologische landbouwproducten. Omdat nergens uit blijkt dat natuurvlees beter is dan biologisch, zijn de reclame-uitingen niet objectief controleerbaar en om die reden tevens in strijd met artikel 6:194a lid 2 sub c BW.
De reactie namens EMTÉ
EMTÉ heeft naar aanleiding van de klacht besloten per direct te stoppen met de onderhavige reclame-uitingen. Deze zijn reeds verwijderd.
Het oordeel van de voorzitter
1) In de reclame-uitingen staat dat het natuurvlees van EMTÉ “beter dan biologisch” is. Anders dan Skal Biocontrole stelt, kan deze bewering niet in strijd worden geacht met artikel 6:194a lid 2 sub c BW, dat gelijk is aan artikel 13 aanhef en onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC). De mededeling is weliswaar vergelijkend van aard, maar verwijst niet, ook niet impliciet, naar een of meer concurrenten, waardoor dit artikel niet van toepassing is.
2) De voorzitter acht het aannemelijk dat de gemiddelde consument de bestreden mededeling aldus zal begrijpen dat natuurvlees van EMTÉ voldoet aan extra eisen en waarborgen vergeleken met biologisch vlees, namelijk ten aanzien van de wijze waarop het is verkregen. Dit volgt uit het gebruik van het woord ‘beter’ in combinatie met de verwijzing in de uitingen naar de leefomstandigheden van dieren en de controle van hun voedsel. Naar het oordeel van de voorzitter laat Verordening (EG) 834/2007 geen ruimte voor dergelijke claims. De voorzitter verwijst naar de considerans van deze verordening waar staat dat bij de biologische productie de beste praktijken op milieugebied worden gecombineerd met een hoog niveau van biodiversiteit, de instandhouding van natuurlijke hulpbronnen, de toepassing van strenge normen op het gebied van dierenwelzijn en een productie die is afgestemd op de voorkeur van bepaalde consumenten voor producten die worden vervaardigd met natuurlijke stoffen. Een claim die inhoudt dat een bepaald product door de wijze waarop dit is verkregen beter is dan biologische producten, geeft de consument ten onrechte de indruk dat op dit punt aan strengere eisen dan ‘biologisch’ is voldaan. EMTÉ heeft overigens niet weersproken dat de claim dat natuurvlees beter is dan biologisch vlees impliceert dat natuurvlees in ieder geval aan de eisen voor biologisch vlees voldoet. EMTÉ heeft echter niet onderbouwd dat het natuurvlees voldoet aan de waarborgen van Verordening (EG) 834/2007.
3) Op grond van het voorgaande is geen juiste informatie verstrekt over de voordelen van het product als bedoeld onder b van artikel 8.2 NRC. Voorts is de voorzitter van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden zijn de onderhavige uitingen misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
4) Adverteerder heeft meegedeeld dat zij met de uitingen is gestopt en deze heeft verwijderd. Om die reden zal de voorzitter gebruik maken van zijn bevoegdheid als bedoeld in artikel 12 lid 5 van het Reglement van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep, zodat een aanbeveling achterwege blijft.
De beslissing van de voorzitter
Op grond van hetgeen onder 2) en 3) is overwogen, acht de voorzitter de bestreden reclame-uitingen in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC.
Voor het overige wijst de voorzitter de klacht af.