De bestreden reclame-uitingen
Uiting 1
Het betreft een abriposter waarop reclame wordt gemaakt voor Ziggo met onder meer de volgende tekst: (…) “Nu sneller internet bij alle pakketten.”
Uiting 2
Het betreft een radiocommercial voor Ziggo waarin onder meer wordt gezegd: “Ziggo heeft nu nog sneller internet bij alle pakketten.”
De klacht
In haar reclame-uitingen suggereert adverteerder dat zij de internetsnelheden van al haar pakketten heeft verhoogd. Klager acht deze uitingen misleidend omdat adverteerder de internetsnelheid niet voor alle pakketten heeft verhoogd, maar slechts voor de pakketten ‘alles in 1 plus’ en ‘alles in 1 extra’.
Het verweer
Het is juist dat adverteerder in deze uitingen ten onrechte claimt dat de internetsnelheid van al haar alles-in-1 pakketten wordt verhoogd, terwijl in werkelijkheid slechts de snelheid van twee van de drie alles-in-1 pakketten wordt verhoogd. Adverteerder heeft dit zelf ook geconstateerd en inmiddels heeft zij alle uitingen nagelopen en aangepast. De klanten van adverteerder zijn op individueel niveau overigens wel correct geïnformeerd over hun internetsnelheid.
Het oordeel van de voorzitter
1. Niet in geschil is dat in de bestreden reclame-uitingen ten onrechte wordt vermeld dat adverteerder de internetsnelheid van al haar pakketten heeft verhoogd. Aldus is geen juiste informatie verstrekt over de van het gebruik te verwachten resultaten, één van de voornaamste kenmerken van het product als bedoeld onder b van artikel 8.2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de voorzitter van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
2. De voorzitter zal – nu adverteerder voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij haar reclame-uitingen direct heeft aangepast – gebruik maken van zijn bevoegdheid als bedoeld in artikel 12 lid 5 van het Reglement van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep en een aanbeveling achterwege laten.
De beslissing van de voorzitter
Op grond van het voorgaande acht de voorzitter de hiervoor bedoelde reclame-uitingen in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC.