De bestreden reclame-uiting
Het betreft de radiocommercial van Lendahand, waarin het volgende wordt gezegd:
“Investeerders opgelet. Hier komen een paar getallen: 50 miljoen euro geïnvesteerd met een rente die kan oplopen tot 6% per jaar. Met dat geld zijn 6.000 banen gecreëerd in 25 opkomende landen én zijn 40.000 zonnepanelen geïnstalleerd in Afrika. Doe meer met je geld. Ga naar Lendahand.com, dé impact crowdfunder mét AFM-vergunning.”
(andere stem:) “Let op: u belegt buiten AFM-toezicht. Geen prospectusplicht voor deze activiteit.”
De klacht
In de reclame zegt Lendahand eerst dat zij onder de regels van de AFM valt, maar aan het eind van de spot wordt gezegd dat dat niet zo is. “Wat is nou wat?”, vraagt klaagster zich af.
Het verweer
Het verweer wordt als volgt samengevat.
Lendahand heeft als beleggingsonderneming een vergunning van de Autoriteit Financiële Markten (AFM). Dat wil zeggen dat Lendahand, mits in overeenstemming met de Wet op het financieel toezicht, het beroep van beleggingsonderneming mag uitvoeren en (onder andere) via haar site obligaties mag laten aanbieden, waarvoor zij onder toezicht van de AFM staat. Dat Lendahand een AFM-vergunning heeft, is een meerwaarde ten opzichte van crowdfunders die opereren zonder vergunning en geeft daarmee een kwaliteitswaarborg aan investeerders. Daarom worden in de radiocommercial investeerders erop gewezen dat Lendahand – als een van de weinige crowdfunding partijen in de markt – over een AFM-vergunning beschikt.
Daarnaast geldt dat voor de aangeboden obligaties geen prospectus hoeft te worden opgesteld, omdat gebruik wordt gemaakt van een vrijstelling van de prospectusplicht. Het feit dat het aanbod op de website is vrijgesteld van de verplichting om een door de AFM goedgekeurde prospectus te publiceren, moet worden vermeld door middel van de door AFM verplicht gestelde disclaimer “Let op: u belegt buiten AFM-toezicht. Geen prospectusplicht voor deze activiteit”. Dat Lendahand over een AFM-vergunning beschikt, staat vast en is een essentieel onderdeel voor de consument, dat niet onduidelijk of misleidend is. Volgens Lendahand is het de tekst van de verplichte disclaimer, waarin staat dat buiten AFM-toezicht wordt belegd, die tot verwarring kan leiden over de vraag of Lendahand wel of niet onder toezicht van de AFM staat. Lendahand mag echter niet afwijken van de disclaimer. Wel heeft Lendahand maatregelen genomen om duidelijke informatie langs andere weg (op de website) ter beschikking te stellen. Overigens zal de consument op wie de radiospot onduidelijk of dubbelzinnig overkomt, eerder afzien van de aangeboden transactie dan overgaan tot een transactie die hij anders niet was aangegaan. De commercial heeft daarom geen negatief effect voor de consument, aldus Lendahand.
Het oordeel van de Commissie
1.
De Commissie vat de klacht zo op dat klaagster de radiocommercial voor Lendahand misleidend vindt, omdat daarin volgens haar tegenstrijdige informatie lijkt te worden gegeven over de vraag of Lendahand ‘onder de regels van de AFM valt’.
2.
Op grond van het verweer gaat de Commissie uit van het volgende.
Lendahand beschikt als beleggingsonderneming over een vergunning van de AFM en staat dus als instelling onder toezicht van de AFM. In de commercial wordt dit meegedeeld door de aanduiding van Lendahand als “dé impact crowdfunder mét AFM-vergunning”. Daarnaast geldt voor het aanbod dat Lendahand in de radiocommercial doet een vrijstelling van de verplichting om een door de AFM goedgekeurd prospectus te publiceren. In verband hiermee is in de commercial de door de AFM verplicht gestelde vrijstellingsvermelding opgenomen “Let op: u belegt buiten AFM-toezicht. Geen prospectusplicht voor deze activiteit”.
3.
Er is aldus verschil tussen het bestaan van toezicht dat door de AFM wordt uitgeoefend op Lendahand als instelling en het ontbreken van toezicht door de AFM op de door Lendahand aangeboden beleggingspropositie. De wijze waarop deze informatie in de commercial wordt verstrekt, acht de Commissie voor de gemiddelde consument onduidelijk. Door de directe opvolging van de mededelingen “dé impact crowdfunder mét AFM-vergunning” en “Let op: u belegt buiten AFM-toezicht” kan bij de gemiddelde consument gemakkelijk verwarring ontstaan over de vraag of en in hoeverre sprake is van AFM-toezicht.
4.
Het verweer dat deze verwarring ontstaat door de tekst van de verplichte disclaimer kan Lendahand niet baten. Het is Lendahand op voorhand bekend dat de disclaimer moet worden opgenomen in de commercial voor het onderhavige aanbod van obligaties. Indien Lendahand daarnaast in de commercial – onverplicht – wil meedelen dat zij, in tegenstelling tot de meeste crowdfunders, over een AFM-vergunning beschikt, dan dient zij de gemiddelde consument daarover op een duidelijk en niet verwarrende manier te informeren. Zoals hiervoor is overwogen, ontbreekt op dit punt de vereiste duidelijkheid.
5.
De radiocommercial betreft de aanprijzing van een financieel product door een financiële instelling, waarop de Wet op het financieel toezicht (Wft) van toepassing is. In artikel 4:19 lid 2 Wft is (onder meer) bepaald dat informatie in reclame-uitingen ter zake van een financieel product of financiële dienst correct, duidelijk en niet misleidend moet zijn. Zoals hiervoor is overwogen, acht de Commissie de informatie in de commercial onvoldoende duidelijk en misleidend. Op grond hiervan is de commercial in strijd met artikel 4:19 lid 2 Wft en daardoor niet in overeenstemming met de wet in de zin van artikel 2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC).
6.
Gelet op het voorgaande wordt als volgt beslist.
De beslissing
De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 2 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.