Samenvatting van de klacht
Klager is namens EAK Callcenter en Richmond & White (de rechtsvoorganger van adverteerder) benaderd voor telefonische direct marketing voor zonnepanelen. Hij heeft daarbij meerdere overtredingen van de Code voor Telemarketing 2020 (CTM) geconstateerd en zich hierover beklaagd bij adverteerder. In reactie daarop heeft adverteerder een aantal zaken toegelicht, maar geen antwoord gegeven op zijn klacht over de niet-naleving van de CTM 2020 die luidt als volgt:
- klager is gebeld terwijl hij in het Bel-me-niet register is ingeschreven, hetgeen een overtreding is van artikel 2 lid 1 CTM 2020,
- het nummer waarvandaan is gebeld, geeft geen informatie over de beller. Dit is een overtreding van artikel 5 lid 3 CTM 2020.
Samenvatting van het verweer
Adverteerder is in juni 2020 opgericht als nieuw bedrijf en is gericht op advisering op het gebied van verduurzaming. In dat kader maakt zij door middel van telemarketing leads. Tijdens de opstartfase is klager inderdaad ook benaderd. De gegevens van de klacht zijn aangemerkt als ‘afgehandeld’ met als gevolg dat deze niet meer herleid kunnen worden naar de bron. In de opstartfase zijn onbedoeld fouten gemaakt, hetgeen adverteerder betreurt. Adverteerder heeft naar aanleiding van het contact met klager haar bedrijfsprocessen herzien en verbeterd.
Het oordeel van de voorzitter
\Niet betwist is dat adverteerder in strijd met artikel 2 lid 1 CTM 2020 klager heeft benaderd alsmede dat zij daarbij in strijd met artikel 5 lid 3 CTM 2020 niet heeft gebeld met een zichtbaar telefoonnummer, waarop zij teruggebeld kan worden. De klacht is dus gegrond. Nu adverteerder heeft meegedeeld dat zij de gemaakte fouten betreurt en zij stelt dat zij naar aanleiding van de klacht haar bedrijfsprocessen heeft herzien en verbeterd, zal de aanbeveling om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken, worden gedaan voor zover nodig.
De beslissing van de voorzitter
Op grond van het voorgaande heeft adverteerder gehandeld in strijd met artikel 2 lid 1 CTM 2020 en in strijd met artikel 5 lid 3 CTM 2020. De voorzitter beveelt adverteerder, voor zover nodig, aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.